Er wordt veel gesproken over de opkomst van de eurosceptische partijen. Uit een peiling vandaag bleek dat ‘het blok Wilders-Le Pen’ nu 38 zetels zou krijgen.
38 zetels. Van de in totaal 751.
Zeker, er zijn meer eurosceptische partijen (UKIP, Artikel 50, SP, AfD), die niet in dit blok zitten en die soms, of misschien vaker, langs dezelfde lijnen zullen stemmen. Met een beetje slim boekhouden kom je tot een derde. En, zeker, een gordijnbonus zal een rol spelen. En, zeker, bij een extra lage opkomst is de kans extra groot dat de eurosceptische partijen het relatief beter zullen doen, omdat de anti-EU stem iets beter gemotiveerd is dan de ‘het-zal-allemaal-wel’ stem.
Maar dan nog. De christendemocraten staan in diezelfde peiling op 216. De sociaaldemocraten op 205. En dan is er nog het kleinere liberale blok. Dat blijft een overweldigende meerderheid voor meer, meer, meer EU. Het Europarlement blijft dus een stemmachine voor meer macht naar de EU. Terwijl het maatschappelijke debat gaat over de EU scepsis (en dat is al heel wat), verandert die Brusselse mammoettanker geen millimeter van koers.
Althans, niet als het aan dit parlement ligt. Dat lijkt me een realiteit waar we maar beter rekening mee kunnen houden.
De enige manier om minder EU te krijgen, is de weg langs de nationale onvrede, in landen als Groot Brittannië, Frankrijk, Nederland, Finland. Pas wanneer daar een van de landen moed toont en uit de EU stapt, dan pas zijgt het kaartenhuis ineen.
Ik denk niet dat er in de nationale politiek(en) mensen te vinden zijn (afgezien dus van die mensen die campagne tegen de EU voeren en daar stemmen mee trekken) die van de royale trog die de EU voor allen is of kan worden, afscheid willen nemen. Zou ik misschien, met een glas champagne in de ene hand en drie buitenhuizen om uit te kiezen, ook niet doen als ik daar zat. Dan zou ik die ene hand ook niet laten weten wat mijn andere deed, vrees ik.
Ik geloof niet dat ik jaloers ben op de mensen aan die trog, ik denk dat ik gewoon kwaad ben op die mensen en wat zij van ons eens gelukkige en welvarende land gemaakt hebben. Nou ja, land, ik bedoel de mensen die daar wonen en de samenleving die zij eens vormden.
Kwaad dus, en niet alleen vanwege die ongebreidelde roofzucht, maar tegenwoordig dus ook (al weer een paar jaar) vanwege het niet meer alleen figuurlijk maar ook letterlijk over lijken gaan.
Ik zie niet dat er met de stembus iets aan te veranderen is.
Een begin is het maken van duidelijke onderscheiden, ook en vooral in terminologie, tussen land (geografische eenheid), samenleving (volk minus het staatsapparaat) en dat staatsapparaat, dat uit de aard der zaak slechts teert op de inspanningen van het volk.
Niet de landen moeten moed verzamelen en de staatsapparaten verwijderen of indammen tot max 20% van het échte BNP en dus uit staatsapparaat de EU stappen (om te beginnen), maar de bevolkingen van die landen moeten dat doen, zich bevrijden van hun staten en de mensen die de staatsmacht gegrepen hebben.
Landen hebben geen lef, en staten: die hebben reis- en verblijfsonkostenvergoedingen, mensen die de samenleving vormen zouden dat moeten begrijpen en er iets aan moeten doen.
Te beginnen dus met het gebruik van duidelijke woorden voor duidelijke zaken, want als je het niet kan zeggen, dan kan je het ook niet denken, en denken, dat doen te veel mensen te weinig.
Het EU dictatuurnet sluit zich met de dag verder, en de houders van de staatsmacht, zij zien dat het goed is, want het gaat die alleen om zichzelf en de mensen voor wie ze echt werken.
De bevrijding is om méér dan één reden al weer een dagen achter de rug.
Het gros der tweebenigen komt niet voorbij het blaatstadium!
Wie heeft baat bij demoncratie?