Deze pagina wordt bijgehouden door Joost Niemoller
|
Weblog |
|
|
8 juni 2003 |
|
Vanochtend begon het te regenen. Eerst het onweer, van veraf, dan de wind. Ik zat met Katrien buiten, op ons terras. De veilligheid school vooral daarin, zo lang mogelijk buiten te blijven zitten, in de zekerheid dat je je ieder moment terug kunt trekken in je hol. Toen moest ik denken aan een foto van een dakterras in de Lairessestraat die in de Parool bijlage stond, gisteren. Een daktuinkamer, uitbouwsel. Een hoge, met klimop begroeide schoorsteen. Wie weet hoe hoog boven de stad een plek waar aarbeien gekweekt kunnen worden. De openstaande tuindeuren. De tuinstoelen. Dat dit iets voor jezelf is bij een naderend onweer. |
|
|
|
|
|
3 mei 2003 |
|
Vandaag dacht ik er weer eens over hoe het zou zijn om een schilder te wezen. Ik denk dat wel eens vaker. Het is niet tergend. Het is net zoals je er wel eens aan denkt in een ander huis te wonen, bijvoorbeeld naast een groot Chinees restaurant op de Wallen. Soms denk ik dat het met dat schilderen net zo weinig had gescheeld als dat ik Jasper heette ipv Joost. Ooit, tien ik 14 was of 15, wilde ik schilder worden, maar hoe serieus?
Te staan voor een doek. Een leeg doek, dat lijkt me verschrikkelijk. Een al vele malen opnieuw geprobeerd doek daarentegen (zwaar van de lagen), moet geweldig zijn. En dan in de nog half natte verf met de achterkant van de penseel lijnen trekken als een primitieve krabbelaar uit de steentijd die zijn eerste en misschien zijn laatste mannetje probeert, met pijl en boog en niet ver daarnaast het hert dat geraakt zal worden. Dat je afbeeldt wat direct voor in je hoofd zit. Zodoende openbaart de schilder zichzelf op een schaamteloze wijze. Dat lijkt me wel wat. Maar je moet ook iets presteren waar anderen waardering voor zullen krijgen in het kader van modieuze ontwikkelingen. Dat is de keerzijde. Dan liever verhaaltjes bedenken. |
|
|
|
|
|
17 maart 2003 |
|
Een foto in de krant. Genomen vanuit de lucht, wellicht een helicopter. Een dijk van zand in de woestijn. Voor de dijk een gebied met niks. Achter de dijk stonden de Amerikaanse tanks opgesteld. Een beetje rommelig, niet zoals vroeger met legers in rechte rijen. In slurfjes. Elk slurfje z'n eigen opdracht. Een wagentje reed langs de zanddijk, misschien om te controleren of die tanks daar zo quasi rommelig maar wel precies met hun doel, hun plan in het hoofd stonden te wachten. Met draaiende motoren. Misschien zullen ze nog wat kringetjes in het zand draaien om tenslotte in hun definitieve posities terecht te komen. En dan... op de zanddijk af! Erdoorheen! Een geweldig gegier en gebrom! Verderop vallen bommen en spuit zand op. Daar ligt de oneindig lege woestijn. Vroeg of laat komt dan het moment dat je eerste doel in zicht komt. Dan moet je de loop goed richten, ach dat gebeurt allemaal automatisch. |
|
|
|
|
|
27 februari 2003 |
|
Dingen die van grote afstand op je af komen, je net niet raken en toch wel en waar je geen greep op krijgt, dat zijn mooie dingen.
Het was de dag van mijn verjaardag, 25 februari. Ik had taartjes gehaald bij de HEMA en stond in de lift toen mijn mobiele telefoon over ging. Het was mijn collega Tom die vertelde dat ik op de Longlist van de Libris stond. Het vreemde was dat de lift zich toen net bevond op de verdieping waar hij zat te bellen.
Van Libris zelf heb ik niets gehoord. Ik vind dat wel mooi. Ik weet ook niet wat ik er van moet denken. Er zijn 26 schrijvers. Je gaat toch ergens op rekenen. Terwijl je net zo goed juist niet voor prijsjes of voor 'het wereldje' schrijft, maar om iets moois te maken.
Er bellen mensen. Er mailen mensen. Gefeliciteerd. Leuk voor je. Ja. Je gaat het nog verder relativeren dan je al deed. De andere mensen zeggen dat je ervan moet genieten. Jawel. Maar we hebben het niet over iets tastbaars, zoals een taartje van de HEMA. We hebben het over iets wat heel fijn heel ver weg blijft. En dan hoogst waarschijnlijk weer verdwijnt. Terwijl er toch ook iets blijft.
|
|
|
|
|
|
11 januari 2003 |
|
Een eng bericht in de kranten: Jeltje van Nieuwenhoven denkt erover in de komende regering te gaan zitten. Jeltje, het gezicht van het oude PvdA, de zogenaamde rode droom onder Kok waar arme mensen zielig waren en ons intense gevoel voor de Derde Wereld maakte dat we de andere cultuur van de Islam niet durfden te bekritiseerden. Enzovoort. Jeltje, die nooit afstand deed van dat oude PvdA. En nooit concrete uitspraken deed over gevoelige onderwerpen. Ja, ooit over Kok, dat die misschien toch weg moest. En over de hypotheek. Makkelijke proefballonnetjes waren dat, waar je snel mee weg komt. Jeltje, de vrouw van de makkelijke praat.
En dan Klaas de Vries, die er eigenhandig voor zorgde door opzettelijke nalatigheid dat Fortuyn vermoord werd. Wordt ook weer gewoon minister natuurlijk. De baantjes onder de oude kliek worden zo alweer verdeeld. Als de PvdA als baantjesmachine ergens ervaring in heeft, dan is het dat wel. En Wouter Bos heeft teveel aan hen te danken, om zich niet uit te durven spreken over dit heikele onderwerp. al zei hij vaagweg iets over nieuwe mensen buiten Den Haag. We zullen dit afwachten. We zijn niet bijster optimistisch gestemd. We zijn bang dat we Pronk gaan krijgen als minister van ontwikkelingssamenwerking.
|
|
|
|
|
|
20 oktober 2002 |
|
Ik zeg wel eens: "Ik ben tegenwoordig rechts." Maar het komt me niet zo goed de bek uit. Ik vraag me af waar dat aan ligt. De mensen die mij goed kennen geloven er niks van trouwens. Die zeggen: je denkt het alleen maar. Echt rechtse mensen zijn heel anders. Ik vraag me af wat ik moet hebben om echt rechts te zijn. Een soort hardheid? Hard kan ik best zijn. Een bepaald soort kortzichtigheid? Rechtse mensen zijn natuurlijk niet aardig, dat heb ik altijd al begrepen.
Rechtse mensen zijn in zekere zin eenlingen. Ze voelen zich onbegrepen. Ik heb het idee dat in het milieu waarin ik me bevind helemaal geen rechtse mensen leven. Soms lijkt het wel alsof iedereen die ik ken SP stemt, of zoiets. Omdat dat nu eenmaal zo hoort. En dan zeggen ze iets vaags over rekening houden met elkaar. Want niemand weet natuurlijk precies wat dat is, de SP.
Als je rechts bent, vind je dan bijvoorbeeld dat:
1. Negers een laag IQ hebben? Of een lager?
2. Hitler ook goede ideen had?
3. De Islam met woorden bestreden moet worden?
4.Je geen keuze kunt maken in het conflict tussen de joden en de palestijnen?
5. Nederland verloedert?
6. Alles gezegd moet kunnen worden?
7. En God?
8. En drugs?
9. Oorlog nodig is?
Hoe komt het trouwens dat rechtse mensen meer gevoel voor humor hebben?
|
|
|
|
|
|
29 augustus 2002 |
|
Op de tv vandaag was een reportage waarin Mick Jagger een jaar werd gevolgd. Bij nader inzien bleek het vooral een promotiefilm voor z'n laatste soloplaat te zijn. Die dus enorm flopte. Maar dat werd er niet bij gezegd.
Ik werd treurig van Mick. Hij doet maar alsof. Hij is volkomen de weg kwijt. Met al dat geld en niks te zeggen. Om hem heen wordt iedereen zenuwachtig, of probeert cool te doen. En hij reageert daarop zoals hij waarschijnlijk al zijn hele leven doet; met flauwe grappen. Het trieste was die eenzaamheid, dat volstrekt onpersoonlijke. Het leek wel alsof het ook met zijn eigen familie alleen maar onpersoonlijk was. Maar dat kan ik toch niet geloven. In de limousine. In een van al die huizen. Mensenmassa's. Een weg weten met de bewondering. Dat is eventjes geweldig, daarna wordt het een spookhuis. Maar medelijden kun je niet met hem hebben, want tot persoonlijke dramatiek lijkt hij niet in staat. Hij laat het gewoon niet zover komen. Of hij kan het niet zo ver laten komen. |
|
|
|
|
|
25 augustus 2002 |
|
Gisteren was ik op de Uitmarkt op de stand van HP/De Tijd. Het regende, eerst niet zo'n beetje, daarna regende het maar halfzacht door. Het was de bedoeling dat er nummers verkocht moesten worden. Dat ging in een zeker tempo door. Met goed weer, hoorde ik, ging het beter. Maar daar ging het niet om. Interessant waren de blikken van de langslopenden. Soms een blik van herkenning, maar dan wist je natuurlijk nog niet waarom. Soms stond iemand lang met een nummer in de handen, bladerde, bladerde, en legde het toch weer terug. Iemand zei: 'HP/De tijd, dat bestaat ook nog.' Iemand werd woedend over de cover rmet Heinsbroek, want dat waren allemaal facisten. Het draaide alleen om de covers. Een vrouw pakte de cover over klusjesmannen, keek er intensief naar, zei 'ik neem geen klusjesman' en legde het nummer terug met een blik alsof hiermee de hele kwestie was opgelost. Anderen stapelden zonder op of om te kijken alle nummers op elkaar en betaalden gelijk.
Een man zei, in het voorbijgaan: 'Ja, dat is dus wel opinie he.' Daar kon je natuurlijk nooit tegenop.
Een oude man met een vouwfiets meende dat hij gefotografeerd was in het blad. We hielpen hem. Hij stond er inderdaad in. Het was een oude dichter. Hij was verkeerd geciteerd. Bij wijze van troost kreeg de oude dichter een gratis nummer mee. Dat wilde hij wel. Hij wilde er namelijk niet voor betalen.
Het best verkochte nummer was dat van Saddam Houssein. Met Heinsbroek op nummer twee. |
|
|
|
|
|
24 augustus 2002 |
|
Al lange tijd schreef ik hier niks. Dat is natuurlijk ook het lastige als niemand je dwingt. Dan denk je na een paar dagen al snel dat je niets te zeggen hebt. En natuurlijk heb je niets te zeggen, zomaar in dit vacuuum. En dan geven de mensen het op om te kijken naar de weblog. Want er wordt niks gezegd. Je hebt denk ik net zo goed niks te zeggen als altijd wel iets.
Neem nu Duitsland. Gisteren las ik in een nogal tuttig boek over dit land dat er gezegd wordt dat Berlijn misschien over vijtig jaar wel weer de hoofdstad van Europa is. En dat het nieuwe Duitsland in niets meer het Duitsland van de oorlog is. Ik vroeg me af wat dat allemaal te betekenen had. Dat iemand het nodig vond om dit soort dingen te zeggen. Zelf zeg ik dat soort dingen ook wel eens als ik ergens geweest ben. Bijvoorbeeld in Wenen, waar ik onlangs was. Dan denk je: Wenen is helemaal niet meer die stad van vroeger. Wenen is net zozeer nieuw als pakweg Parijs. Dat komt voort uit een behoefte om dingen als nieuw te zien, wat jezelf gelijk jong maakt. Alsof 'we' ineens niet meer in die al jaren vastliggende verhoudingen zouden leven. Dat Duitsland weer iets durft te zijn. En Wenen ook! Leuk!
In werkelijkheid zijn we, denk ik echt, eerder in afwachting van een grote oorlog waarin Amerika zichzelf in macht wil overstijgen. Amerika kan niet niks doen want dan zakt het in elkaar. Dat is de noodlottigheid van de grootste macht. Die moet altijd maar meer zolang dat lijkt te kunnen. Vanuit Europa wordt traditiegetrouw tegen gesputtert. Maar dat is niet wezenlijk. In al dit soort verhoudingen is het dus van geen enkel belang of Berlijn al dan niet het centrum van Europa zou worden. En daarmee Oost-Europa dus zou ontwaken als de lemen reus. Dat is allemaal domweg niet aan de orde. Dat is het ergerlijke als iemand meent zoiets te moeten zeggen over Berlijn, of pakweg Wenen. Het staat allemaal in verhouding tot de strijd tegen het terrorisme. Ook al zouden we dit heel graag niet belangrijk hoeven te vinden en doen we op een vanzelfsprekende wijze alsof we dit dus negeren. Al zijn de Europeanen daar niet erg serieus in, omdat ze wel in de greep moeten zijn van de relativering ten opzichte van de grote ontwikkelingen. en kijken we bijvoorbeeld met een half oog bevreesd naar Israel, waar de pin van de grote granaat lijkt te zitten. Hierover zijn we het allemaal wel zo'n beetje eens.
|
|
|
|
|
|
30 juni 2002 |
|
Daarnet zat ik te kijken naar een tv programma over het eiland Tiengemeeten. Het was een documentaire met langzaam draaiend beeld. Veel verten. De overgangen tussen verten in de winter en verten in de zomer. De boeren moeten plaats maken voor de natuur. Dit is een proces van jaren. Bestemmingsplan. De boerderijen van het eiland Tiengemeenten raakten begroeid met planten. Zwartgeteerde schuren stortten langzaam in. Een populier was omgevallen door een storm en bleef nu zo liggen; het eerste teken van de natuur. De spreekwoordelijke hooglanders rommelden door de modder.
De weemoed en de eenzaamheid. Dat is iets waarvan je kunt denken; hoe diep gaat dat. Zit daar nog een verdieping in? Hier woonden generaties. Nu worden de wegen niet meer onderhouden en klapperen de deuren in de wind.
Dit raakte me.
Reageer op dit bericht |
|
|
|
|
|
8 juni 2002 |
|
Een wereld die ik nog niet kende; zaterdagmiddag aan de Vecht. Ik liep over het Zandpad van de richting Nieuwersluis naar Breukelen. Aan de overkant de echt grote landhuizen. Die maakten een bijzonder afgesloten indruk. Het was dan ook belachelijk druk op het water. Een eindeloze stoet boten met feestvierders die de schlagers hard deden knallen. Op het Zandpad reden de motoren in files, afgewisseld door de classics. Ook probeerden touringcars te keren op het kleine weggetje. De oprit naar de Rotaryclub zat bomvol met in en uitgaand limousineverkeer. Het is gewoon geen doen meer, rijk zijn in Nederland.
Reageer op dit bericht |
|
|
|
|
|
15 mei 2002 |
|
Zo. Ik heb gestemd. Het was een schitterende dag. Het was een fijn stukje kuieren naar het stembureau. Dit is gelegen in een verpleeghuis. Je gaat de gang door en je komt in de kantine, waar je broodjes kunt eten en melk kunt drinken. Er hing een gelaten sfeer.
Ik heb mijn stem uitgebracht op Henk Kamp van de VVD.
Dat had ik ooit nooit gedacht. dat het ooit nog zo ver zou komen. VVD. De autopartij, zoals mijn vriendin me nog woedend toebeet. Natuurlijk heb ik niet op de autopartij gestemd. Ik heb niet eens een auto. Ik heb niet eens een rijbewijs. Ik ben voor openbaar vervoer en tegen snelwegen.
Maar dat is het punt dus niet.
Het punt is de immigratie en dat links weigerde om daar de discussie over aan te gaan. Eigenlijk wilde ik op Pim Fortuyn stemmen. Maar die is dood. Ik heb er geen vertrouwen in dat de LPF het gedachtengoed van Fortuyn begrijpt. Dat zijn gewoon zakenmannen met mercedessen (auto's!) die tegen buitenlanders zijn. Fortuyn was een voorvechter van vrijheid in dit land en daarom werd hij vermoord.
Tja, wat dan. Balkenende? Maar als je tegen de grotere invloed van de Islam bent, ga je dan wel voor een grotere invloed van de christenen stemmen? Ik vind godsdienst een te kwalijke zaak.
Zo kwam ik tot mijn besluit. Het voelde vreemd, dat moet ik wel zeggen.
Jarenlang stemde ik op Fred van der Spek, van de PSP. Daarna stemde ik nooit meer. Dat laatste voelde wel zo veilig.
Buiten is het al niet meer zo heel goed weer.
Reageer op dit bericht
|
|
|
|
|
|
2 mei 2002 |
|
Ik moest even iets eten. Ik was onderweg. In je eentje hoeft het allemaal niet zo gezellig en het hoeft ook niet te lang te duren, maar een snackbar is ook zo wat. Het was in Hoog Catherijne. Ik vond een plaatsje aan het raam van een eenvoudig restaurant. Je keek uit over de snelweg. Dat had wel iets gezelligs. Minder was het dat pal achter mijn stoel de deur van het damestoilet zat. Wat moeten vrouwen vaak naar de WC! Ik werd heel vriendelijk bediend, daar niet van. Ook junks maakten gebruik van het vrouwentoilet. En van het mannentoilet, errnaast. Een man stond te wachten. De junk liet de deur open staan. Hij riep; 'Ja, je wacht maar even hoor. Ik ziet hier nu gewoon te poepen!' Dan heb je niet meer zo'n zin in je salade en je biefstuk. Gelukkig kwam er wat verderop een plaatsje vrij. Dit is ook onze wereld. Ik hoefde geen koffie meer na.
Reageer op dit bericht |
|
|
|
|
|
28 april 2002 |
|
Velen zagen het lijstrekkersdebat in de pauze van de soundmixshow op de tv. Ik hoorde tot de gelukkigen die in de studio waren. Achter de schermen. Of nou ja. Min of meer. Het was niet eenvoudig. Ik was dan wel op de gastenijst gezet, maar daar was nog niet alles mee gezegd. Bleek al snel. Zo was ik (met mijn collega, ook van de pers) te vroeg. en dit werd door het bewakingspersoneel als een groot probleem gezien. Telkens weer werd ik benaderd door dames in strakke rokken, met walkie talkies. We moest eerst op een persoon wachten die nooit kwam opdagen. Toen moesten we op een ander persoon wachten die niet op kwam dagen. Omdat we toch maar zo stonden wilden we eerst een trapje op en werden onmiddelijk door het bewakingspersoneel bij de lurven gepakt. Daarna wilden we een restaurant in en weer waren ze daar. Het was duidelijk dat de bewakingsjongens een godsgruwelijke hekel aan ons hadden gekregen. Tenslotte kregen we een kaartje met 'pers' dat we om onze nek konden hangen. We werden vanaf dat moment strak in de gaten gehouden door een dame die de pers deed. Dat wil zeggen 'de schrijvende pers', want die kreeg een bijzondere begeleiding. Schrijvende pers is natuurlijk minder als televisie en mag in veel minder gangen lopen. Ook mochten wij niet bij de lijsttrekkers in de make-up. De TV jongens wandelden hier gewoon binnen. We mengden ons onder de fans van de partijen, ook al was dit eigenlijk niet toegestaan. Daarna werden we door de dame, die erg mooi was en ook streng, meegenomen het gangencomplex in. We moesten naar een klein benauwd hok zonder ramen of wat, waar flessen frisdrank klaar stonden. Ook waren hier de fotografen van de roddelbladen. Ten overstaan van de andere journalisten kreeg mijn collega nog een uitbrander van de mooie maar strenge persdame, omdat hij een paar keer niet naar de bewakingjongens had geluisterd. Het was een laatste waarschuwing. Dat moesten we goed begrijpen. We werden opgehaald, moesten een trap af en kwamen in een nieuwe gang die weer bij een andere gang uit kwam. Ineens stonden we tussen de VVD fans en de Fortuyn fans. Na een tijdje zeiden de VVD fans dat we daar helemaal niet moesten staan. We waren namelijk schrijvende pers, dus we moesten in een andere gang wachten. Jezus! We zetten het op een hollen. Zolang we holden werden we niet tegen gehouden door de bewakers, want we maakten een zeer urgente indruk. Tenslotte kwamen we bij een heel klein zijgangetje dat bomvol stond met D66 fans en schrijvende pers. We mochten geen stap naar buiten. Het was de bedoeling dat tijdens de commercial een vak uit de studio naar buiten zou lopen en dan konden wij dat vak weer in. Maar erin en eruit moest in vijf minuten. Wat bleek; ze waren ons vergeten. Er werd dus niet gewisseld. De D66 fans werden onrustig en begonnen van achteraf te duwen. De schrijvende pers moest terug duwen. We moesten wachten tot de volgende reclame break. Toen werden we losgelaten, het vak in. De lijsttrekkers zaten zich toen al op het podium voluit te vervelen. We waren in een enorme fabriekshal en overal hingen camera's.
Reageer op dit bericht |
|
|
|
|
|
6-04-02 |
|
Ik was een half uur te vroeg voor mijn afspraak met een voormalig bewindspersoon. Deze zat nog boven in zijn werkkamer met een andere gast. De vrouw van de bewindspersoon ontving mij. Vanwege het schitterende weer gingen we in de tuin zitten. Het was een zorgvuldig bijgehouden tuin met verlagingen en vijvertjes en een vogelhuisje. Zij schonk mij een glas Spa rood in en we keuvelden wat. Over fietstochtjes die van hier uit te maken waren. En de schutting die met toestemming voor zolang als het zou duren een meter op het terrein van de gemeente ernaast geplaatst was. Alles was hier prima, zo te horen. Geen zorgen. We hadden het over het openbaar vervoer en over een Vlaamse Gaai.
En ik dacht nog wat raar dat ik hier zit. Wat heb ik toch een merkwaardig beroep. Ik had ook niet gedacht dat ik zo makkelijk deze rol kon spelen. Volgens mij deed ik het best professioneel en toch was het volkomen onduidelijk wat mijn rol nu precies was, daar in die tuin. Met dat schitterende weer. Eigenlijk was het geen rol maar een samenloop van omstandigheden. Waardoor je steeds weer ergens van staat te kijken.
Reageer op dit bericht |
|
|
|
|
Oudere berichten
|