RSS Feed Twitter Facebook

Wat Wilders zei. En niet zei.

IMG_7381Geert Wilders sprak vandaag op zijn persconferentie mooie woorden. Daarom geef ik ze hieronder nog eens weer, los van het gespin.

Ik vind zelf dat er niets mis is aan zijn uitspraak ‘ Minder Marokkanen.’ Dat is, zoals hij zelf ook zegt, allang overheidsbeleid. Het wordt alleen anders benoemd. Niet als ‘ Marokkanen’, maar als ‘ kanslozen.’  Daarom bestaat er nu een remigratiebeleid. En zijn er immigratiebeperkingen.

Wat er wel mis was aan zijn toespraak voor het Haagse zaaltje, was precies die setting. Dat was een opruiende setting. Vraag stellen. Het gescandeer van het publiek. Zoals ik al eerder schreef was dat bij Hans Janmaat destijds strafbaar. Hij sprak een demonstratie toe. Ik verwacht dat nu een rechter dit opnieuw strafbaar zal vinden. Daarmee maakte Wilders dus een fout. Hij had moeten inschatten dat mensen nu eenmaal het onderscheid niet kunnen maken tussen wat je zegt, en hoe je het zegt, dat wil zeggen in welke context. En het was mooi geweest als hij dat nu vandaag ook had toegegeven. Wat dat betreft waren het dus weer geen mooie woorden. Of liever gezegd: Er ontbraken enkele mooie woorden.

Hieronder zijn speech:

 

 

“Tien jaar geleden heb ik de PVV opgericht, een partij die overal over gaat: beter zorg, lagere belastingen en betere wegen, maar vooral om te knokken tegen de gevaren van de multiculturele samenleving, en het behoud van onze eigen partij en cultuur. In die strijd ben ik ook mijn eigen vrijheid kwijtgeraakt, vlak na de dood van Theo van Gogh. Dat deed ik voor de bevolking voor Henk en Ingrid.”

Die tien jaar hebben zich gekenmerkt met ups en downs. We hebben verkiezingen gewonnen en verloren. En bij de laatste verkiezingen is er een discussie ontstaan over Marokkanen en mensen op een bijeenkomst voorgelegd, om ze te vragen wilt u meer of minder Marokkanen. Waarom? Omdat ik dat wil, via een drietrapsraket: terugdringing van toestroom van mensen, door aanmoediging van terugkeerbeleid en mensen terug te sturen naar hun land van herkomst, een methode die al mogelijk is voor terroristen.”

“Die drie maatregelen staan allemaal in ons verkiezingsprogramma en dat betreft ook Marokkanen. Ik heb de feiten over Marokkanen niet verzonnen en ik móet ze benoemen. De media hebben het toen ik die vraag stelde, de vergelijking gemaakt met abjecte voorbeelden in het verleden. Ik ben als Hitler afgebeeld, ik ben vergeleken met Goebbels. Abjecte vergelijkingen die ík niet heb gemaakt. Ik heb gesproken over de multiculturele samenleving en de islamisering. Ik heb niets verkeerds gezegd en ik ga niemand mijn excuses aanbieden.”

Haatzaaien
“Ik heb ook gezien dat er onrust is ontstaan, ook binnen mijn partij. Maar ik ben binnen de marges van mijn verkiezingsprogramma gebleven. Van schuldig aan haatzaaien. Maar degene die de wet nog het meest met voeten is getreden is minister Ivo Opstelten. Die heeft als baas van het Openbaar Ministerie gezegd dat hij mijn uitspraken walgelijk vindt. Hoe kan ik rekenen op een eerlijk proces als de baas van het OM mij al schuldig heeft bevonden?”

“Er zijn voorgedrukte aangiftes door het hele land liggen en zelfs mensen thuis worden gefaliciliteerd om thuis aangifte te doen. Beste mensen, ik weet niet waar dit eindigt. Ik zie ook wat er gebeurt in mijn eigen partij, waar mensen zeggen: dit maak ik niet meer mee. Maar ik weet één ding wel: ik ga door en ga geen excuses aanbieden voor dingen die ik niet gedaan heb. Ik hoop dat we ons gezamenlijke project vóór onze cultuur kunnen behouden.”

“Als ik me schuldig moet voelen vanwege vergelijkingen in de media, dan houdt het op. Ik zal doorgaan en ik zal voor die miljoenen Nederlanders die dat wilen horen blijven laten horen wat ik te zeggen heb.”

© 2014 Joost Niemöller. Alle rechten voorbehouden.