‘Moge Allah je straffen’ kopte De Telegraaf gisteren op de voorpagina. De verwensing kwam van de twee voormalige PvdA-Turken aan het adres van Ahmed Marcouch. Maar wat heeft zo’n opmerking voor waarde als je niet in de inhoud gelooft? In het geval van de twee Turken wellicht geen bezwaar omdat zij vermoedelijk in eenzelfde religie geloven als de heer Marcouch; regels op grond van geloofsovertuiging zijn alleen toepasbaar voor aanhangers daarvan. Het vervelende is dat de meeste islamieten veronderstellen dat hun regels gelden voor alle mensen, welk geloof (of ongeloof) die dan ook zijn toegedaan.
Dat is precies waar de rechtszaak tegen Isaac Cornelis Marcel in 1799 over ging. Marcel werd opgepakt wegens godslastering en de eis tegen hem was vijftig jaar tuchthuis. Hij werd echter vrijgesproken op grond van het feit dat iemand het volste recht heeft te twijfelen aan de goddelijkheid van iets en dat iemand niet veroordeeld kan worden voor iets waarin hij niet gelooft.
De Telegraaf-kop komt dan ook meer cynisch over dan religieus. Een beetje zielig. Lachwekkend. Dat is enerzijds het risico wanneer een citaat uit het verband wordt gehaald waarbinnen het is gezegd, anderzijds is de geuite opmerking dermate misplaatst dat het een anachronisme vormt in de huidige tijd en in het seculiere Nederlandse bestel. Kerk en staat zijn hier al geruimde tijd gescheiden, om precies te zijn sinds de franse overheersing in 1795. Uitroepen op het gebied van godsdienst in een omgeving als de Tweede Kamer, waar de meerderheid geen rekening meer houdt met een leven-na-dit-leven of in elk geval niet meer leeft volgens regels van een bepaalde religie, komen dan ook lachwekkend over.
Dat gold ook voor de eis van vijftig jaar tuchthuis tegen kapitein van politie I.C. Marcel. Hoewel het grootste deel van de Nederlandse bevolking tot het christelijk geloof behoorde, was het juist op grond van de nieuwe (Franse) wetgeving dat Marcel werd vrijgesproken. Zijn ongeëvenaarde advocaat was niemand minder dan Jonas Daniël Meijer. Meijer was de jongste advocaat ooit: hij promoveerde op 15-jarige leeftijd aan de Leidse Universiteit en op 17 januari 1797 - ten tijde van de Bataafse Republiek - werd hij advocaat te Amsterdam. Hij was bovendien de eerste Joodse advocaat van Holland.
In zijn pleitrede voerde hij de argumenten aan op basis van de vrijheid van meningsuiting (toen vrij revolutionair) die uiteindelijk Marcel op vrije voeten brachten.
Vandaag-de-dag, in onze samenleving waarin het geloof niet leidend is in de wetgeving en de wetshandhaving, lijkt het er op dat mensen en groeperingen, via geïmporteerde overtuigingen, steeds meer worden beoordeeld en veroordeeld op grond van religieuze regels, ook waar het niet gaat om aanhangers van die overtuiging. Waar het ‘barbaarse recht’ (met name lijf- en schandstraffen) in de westerse samenleving eind 18e eeuw werd vervangen door humaan recht, ligt nu het gevaar op de loer dat op basis van religie weer een neiging ontstaat naar redeneringen en strafsystemen die eigenlijk alleen geldig zijn voor aanhangers van die zienswijzen. Anderen die dat geloof niet zijn toegedaan, zijn überhaupt niet te veroordelen voor misstappen op basis van die regels. Ieder is heer over zijn eigen leven en de enige ‘straf’ die daar bij past, is een waarschuwing voor de eeuwige verdoemenis die, volgens de overtuiging van de roepers, wacht op de afvallige.
Daar moet het ook bij blijven. Voor je het weet heb je een sharia-wetgeving voor bepaalde groepen en wordt de samenleving geconfronteerd met verschillende rechtssystemen voor diverse groeperingen.
De PvdA-kwestie legt een symptoom bloot dat tekenend is voor de richting die ons land opgaat. Daar komt bij dat Islamieten vaak geen boodschap hebben aan de (juridische) regels van onze samenleving. Waarschijnlijk is dat ook exact het probleem van de twee ex-PvdA-ers: het inzicht dat minister Asscher wil hebben in bepaalde Turkse verenigingen hoe deze organisaties de integratie van Turkse Nederlanders beïnvloeden. Dan zou kunnen blijken dat er van die integratie niet alleen weinig overeind blijft, maar ook dat Turkije diep is geïnfiltreerd in de zienswijze over hoe onze samenleving moet functioneren. ‘Staatsondermijnende activiteiten’ is een duidelijke reden om hier stevig in te grijpen.
Jonas Daniël Meijer zou hier wel raad mee weten. Hopelijk minister Asscher ook.

Interessant stuk. Maar de waarde of de ernst van de verwensing heeft niets te maken met het geloof van het slachtoffer maar alles met de mate van geloofswaanzin van de potentiële dader.
En blijkens de feiten worden regels op grond van een geloofsovertuiging wel degelijk toegepast op anders denkenden. Dat gold ook voor het Christendom dat zich destijds in de grondwet feitelijk boven de wet plaatste.
[Hij werd echter vrijgesproken op grond van het feit dat iemand het volste recht heeft te twijfelen aan de goddelijkheid van iets en dat iemand niet veroordeeld kan worden voor iets waarin hij niet gelooft.]
Dit is strikt genomen niet juist. Men kan weliswaar twijfelen aan God, maar het is de samenleving die het godsbesef in wetten giet die algemeen geldig zijn, zoals in islam en het vroegere Christendom. Ver doorgevoerd zou men anders de basis van ieder recht kunnen ontkennen en tot anarchie kunnen besluiten door op de God van het Roken over te gaan.
De mening dat religie een anachronisme in de tijd is zou ik niet delen. De zoektocht naar God lijkt mij een genetische opdracht die overigens best kan uitdraaien op de keuze voor atheïsme.
De ‘vrijheid van meningsuiting’ lijkt mij een fallacy omdat deze altijd schatplichtig is aan de heersende basale moraliteit. Zo kan men ook in de VS bepaald niet alles zeggen wat men denkt.
Tenslotte is integratie van islamieten in de zin van onderwerping aan de wetten van dit land het maximaal mogelijke. De etnische verdeling van moslims wijkt te veel af van exogame culturen om op afzienbare termijn tot assimilatie te komen. Mocht dit er ooit op uitdraaien dan zullen seculiere moslima’s het eerst assimileren.
Gewezen moet worden op de misvatting dat een niet islamitische opvoeding automatisch tot assimilatie zou leiden. De bewijzen van het tegendeel stapelen zich op in de moslim-criminaliteit.
Helaas zijn er praktische en theoretische aanwijzingen dat etniciteit en cultuur in de evolutie wel degelijk zwaar hebben geïnteracteerd. Daarom kan het onderscheid tussen multi-culturaliteit en multi-etniciteit in geval van endogame culturen niet worden hard gemaakt.
Wat ongeveer betekent dat moslims niet zullen assimileren dan nadat zij zich een flink aantal eeuwen hebben vermengd met niet-moslims. Dat zal niet gebeuren en voor ons liggen daarom parallelle samenlevingen die zullen ontaarden in een amorele maatschappij die niet zelden uitmondt in een burgeroorlog.
‘Moge Allah je straffen’ is gewoon de hedendaagse variant van ‘Moge de duivel je halen’.
Andere naam, zelfde persoon.
‘Moge Allah je straffen’ is best een hoogdravend taaltje. Beetje ‘Gut, kèrel ben jij-ût’ maar dan met het opgeheven pinkje. Dikdoenerij om te laten zien dat ze niet van de straat komen. Ik zeg: doe nou normaal jongens en wens je collega’s net als iedereen voortaan ongezien de tiefus. Dan had je er niets meer over gehoord.
Zeker weten dat de Nederlandse minister van defensie door gelovigen gerespecteerd word. Een meisje, zonder hoofddoek, die geïrriteerd werd . Niet door gelovigen maar Rusland. Dan heb je, om Saoedische wijsheid te gebruiken, een vrouw rijbewijs verdient. Als eerste en enigste ongelovige. Opeens snap je religie, politiek, uw recht, en rechts denken. Dante zat er niet ver naast met hel denken.
Tja, komt alle ellende in de wereld niet voor een groot deel voort uit mensen die claimen voor “God” te spreken? De god is zelf onzichtbaar en spreekt niet en een bewijs dat er gestraft wordt door die “God” is al helemaal nooit gegeven.
En omdat er geen “God” is die de woorden van godsdienstwaanzinnigen bevestigt noch tegenspreekt, is het allemaal gelul in de ruimte. Maar deze waanzin, waar geen enkel bewijs voor is, geeft dezelfde godsdienstwaanzinnigen wel legitimatie om andersdenkenden het hoofd af te zagen of anderszins het leven te benemen. En dat terwijl er maar 1 goed argument is voor het bestaan van een God: het leven, het bestaan.
Eenieder die zegt voor een god te spreken is een blasfemist, een godslasteraar en zou zichzelf de doodstraf moeten opleggen vanwege het feit, dat hij of zij de brutaliteit neemt om te oordelen over de manier waarop de schepping zich voltrekt.
Een echt religieus/spiritueel mens onthoudt zich van een oordeel over anderen. en onderzoekt zijn eigen ziel om te zien of hij het goddelijke van zijn eigen bestaan niet verraadt. Iemand die zegt uit naam van “God” te spreken is per definitie een egoïstische leugenaar, die een hogere macht aanroept om zijn leugens te bevestigen.