Waarom arbeidsmigratie niet werkt

voorkantwaarblijftdiebaanGisteren verscheen het boek Waar blijft die baan?: tien sprookjes over de arbeidsmarkt van Renzo Verwer. Hieronder het fragment over arbeidsmigratie. Over de sprookjes erover en de werkelijkheid.

Door Renzo Verwer

“De theorie achter arbeidsmigratie is win-win: de migrant verdient meer dan in het land waar hij vandaan komt. De mensen in het immigratieland willen bepaald werk niet doen, ze profiteren van zijn bijdrage en kunnen ander werk doen. In deze economische theorie wordt niet gesproken over sociale aspecten: het ontheemde gevoel van de migrant, de integratieproblematiek en kosten daarvan voor de samenleving. Over werkloosheid en verdringing van Nederlandse laaggeschoolden heeft men het ook niet.Volgens veel liberale economen bestaat verdringing niet eens, want er komen altijd voldoende nieuwe banen bij.

Nooit hebben ze dat kunnen bewijzen. Het is ook onwaar: banencreatie kent grenzen.

Econoom Gerard Delfgaauw stelde eind jaren veertig dat het grootste Nederlandse economische probleem de bevolkingsgroei was. Hij voorzag daardoor werkloosheid. De Nederlandse regering voerde om die reden een actief emigratiebeleid; tussen 1945 en 1960 emigreerden ruim 360.000 Nederlanders naar Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. Dit beleid, dat als doel had overbevolking te voorkomen, werd in de jaren zestig totaal verlaten.

Begin jaren zestig trokken Nederlandse ondernemingen Spaanse en Italiaanse arbeiders aan, vooral in de scheepsbouw, textielindustrie en de staalindustrie.Toen ze te duur werden, volgden al snel goedkopere Marokkanen en Turken. Ze werden niet Nederland binnengehaald omdat Nederlanders ‘het vuile werk’ niet meer wilden doen. Die willen dat vaak wel doen, maar voor een beter salaris. Gastarbeiders werden en worden Nederland binnengehaald omdat zij makkelijker zijn dan de Nederlandse werknemers. Je kunt ze makkelijker harder laten werken en slechter behandelen. Het ministerie van CRM en de Rijksvoorlichtingsdienst stelden begin jaren tachtig in de brochure Ver van huis en toch thuis:

‘Gastarbeiders zijn goedkoper dan machines, dat klinkt gevoelloos, maar het is waar. Gastarbeiders brengen al jaren producten binnen ons bereik, die, door Nederlandse handen gemaakt, voor ons onbetaalbaar zouden worden.’ Immigranten zouden de productiekosten van bedrijven verlagen en daarmee de kans op banencreatie vergroten. De praktijk: men houdt het bij die goedkope krachten. Het argument dat immigranten nodig zijn voor werk dat Nederlanders niet zouden willen, is ook al niet sterk: circa 16 procent van de niet-westerse allochtonen in Nederland is werkloos. Onder autochtonen is de werkloosheid enkele procentpunten lager. Kennelijk is er iets mis met de selectie van de immigranten.

In 2007 gingen de Nederlandse grenzen open voor de landen die enkele jaren eerder tot de EU toetraden: Polen, Hongarije,Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Cyprus en Malta. Als er tekorten in bepaalde sectoren zijn, dan moesten ze kunnen komen, luidde de redenering. Gedacht werd vooral dat de Oost-Europeanen zouden komen – en dat klopte. Econoom Wim Groot meende destijds dat vooral hoogopgeleide Polen van deze regeling gebruik gingen maken. Dat klopte niet – het was dan ook niet zijn baan die werd bedreigd.

De Oost-Europeanen kwamen, met meer dan verwacht, en vaak als vrachtwagenchauffeur en bouwvakker. Sectoren waar juist geen tekorten waren. Officieel verblijven nu in Nederland zo’n 300.000 Oost-Europese arbeidsmigranten. Bij grote infrastructurele projecten is de werkgelegenheid bijna volledig in handen van dienstverleners met vestigingen in Polen of Portugal. Een leger goedkope arbeidskrachten zwerft door Europa en werkt nooit langer dan twee jaar op één plaats. Ze zijn verplicht verzekerd en belastingplichtig in het thuisland. Daarnaast zijn er nog illegale Oost-Europeanen die ongeveer 7 euro (of minder!) per uur verdienen; bemiddelaars verdienen circa 3 euro per uur per illegaal.

De komst van Oost-Europese arbeiders heeft een ontregelend effect gehad op een deel van de armere en minder hoogopgeleide burgers in Nederland, betoogde minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher in 2013. In zijn opiniestuk in De Volkskrant:‘Die moeten nu concurreren met mensen die veel lagere lonen gewend zijn.’Asscher wil deze verdringing van Nederlanders én schijnconstructies met arbeiders fel bestrijden, iets dat vooralsnog weinig succesvol gebeurt.

(…)

En de toekomst dan?

Ook nu de werkloosheid naar bijna 700.000 is gestegen, wordt gesteld dat personeelstekort ‘in de toekomst’ op de loer ligt. Bedrijven zeggen altijd dat ze ‘in de toekomst’ meer mensen nodig hebben. Ze willen mensen lokken en zijn gebaat bij veel keuze – dat drukt de lonen.

‘De beroepsbevolking daalt, meer mensen gaan met pensioen.We zullen dus meer kinderen moeten krijgen en/of meer immigranten toelaten. Anders zijn er nog minder schouders die de gevolgen van de vergrijzing zullen dragen.’ Aldus directeuren van uitzendbureaus als Randstad en Otto Work Force. Jaren geleden riepen zij dat in 2014 een enorme krapte op de arbeidsmarkt zou heersen, nu geldt 2020 als het magische jaar waarin Nederland zal instorten zonder immigranten.

Men baseert zich hierbij nog steeds op oude prognoses, zoals het rapport Naar een toekomst die werkt (Commissie Arbeidsparticipatie, 2008).‘ Nederland heeft snel iedereen nodig en iedereen moet voortdurend inzetbaar zijn’, stelt het rapport op basis van boterzachte aannames en cijfers. Het was zomer 2008, een paar maanden later ging aan de overkant van de oceaan de zakenbank Lehman Brothers failliet en raakte de wereldeconomie in het slop. Beleid, zoals de bezuinigingen op sociale werkplaatsen van de laatste jaren, worden nog steeds gebaseerd op dit rapport. ‘Werkgevers zitten straks te springen om mensen, ook die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zoals arbeidsgehandicapte jongeren’, betogen verantwoordelijke bestuurders.

De dubieuze veronderstelling van het rapport is dat de vraag naar producten alsmaar stijgt en dat de beroepsbevolking kleiner wordt (terwijl de pensioenleeftijd steeds hoger wordt!). Hun benadering is tevens te statisch: bedrijven met echte tekorten aan mensen passen zich natuurlijk aan. Ze automatiseren, besteden uit, produceren minder, hun werknemers maken overuren of gaan later met pensioen. Of, een vaak vergeten mogelijkheid: die bedrijven gaan veel actiever op zoek, betalen meer en zie, het personeel stroomt toe.

Vaak is er zelfs geen tekort aan mensen – of is een tekort onnodig. Zo werden een jaar of tien geleden, met een fiscaal gunstige regeling, Duitse anesthesiologen in Nederlandse ziekenhuizen aangenomen. Er zou een tekort zijn, zo werd betoogd. Nederlandse opleidingen meldden echter dat ze 50 procent te weinig anesthesiologen mochten opleiden. De overheid wilde deze numerus fixus niet opheffen. Een soortgelijk verhaal ging op voor operatie-assistenten die uit India kwamen. Deze spraken bovendien vaak slecht Engels en zo ontstonden gevaarlijke situaties. In mijn wantrouwige momenten denk ik: wanneer elk jaar duizenden buitenlandse artsen, ambtenaren en hoogleraren economie in Nederland gaan werken, hoe zouden die beroepsgroepen dan reageren? Ik kan het antwoord raden. Menig arts uit den vreemde ziet hier zijn diploma niet erkend en werkt als schoonmaker.

Fragmenten uit: Waar blijft die baan: tien sprookjes over de arbeidsmarkt / Renzo Verwer. Uitgeverij Tiem. Verschijnt 29 oktober 2014.>/strong

Verkrijgbaar bij o.a. boekhandel, Bol.com, Amazon.com en http://uitgeverijtiem.nl/index.php?page=shop

Print Friendly
facebooktwittergoogle_pluslinkedin

3 gedachten over “Waarom arbeidsmigratie niet werkt”

  1. “integratieproblematiek”.
    Makkelijk leesbaar.
    Maar waar zijn onze gewone ABN sprekende mensen gebleven die “problemen” niet meer “problematiek”willen noemen?
    Ik erger me er al 20 jaar aan dat dat rotwoord er in is geslopen!
    Een probleem is een probleem. Het LIJKT alleen minder een probleem door het een “problematiek” te noemen.

  2. Gastarbeiders goedkoper dan machines? Misschien 15 jaar geleden in sommige sectoren nog het geval, tegenwoordig worden de goedkoopste, hards werkende Polen vervangen door robots en iedereen die iets weet van automatisering weet dat dit bedrijfseconomisch zeer rendabel is. Asperges, tomaten en paprika’s worden geplukt door robots en de komende 5 jaar zal deze trend exponentieel toenemen.

    Hebben we het nog over Europeanen met een fantastisch arbeidsethos en niet over de Afrikanen die hier alleen maar komen om te parasiteren en om onze vrouwen lastig te vallen.

  3. Renzo Verwer heeft het over econoom Gerard Delfgaauw die bevolkingsgroei als grootste bedreiging voor de Nederlandse economie zag. Een visionair die man!
    Veel collega-economen zien bevolkingsgroei juist als een stimulans voor de economie. Dit betekent namelijk meer productie en meer omzet. In immaterieel opzicht is de bevolkingsgroei in Nederland uitgelopen op een ramp. Meer dan 7 miljoen meer mensen dan in 1940. Anno 2015 is er nog steeds niemand die het wat kan schelen. Zelfs de PVV hoor je hier niet over.

Geef een reactie