Door Boy van Meetelen
De Frankfurter Schule is een Duitse sociologische en filosofische stroming in de hedendaagse filosofie die ontstond in de eerste helft van de 20ste eeuw en zich bezighoudt met de maatschappijkritische, neomarxistische, kritische theorie. De stroming werd opgericht door Theodor Adorno en Herbert Marcuse van het Institut für Sozialforschung te Frankfurt.
Leden van de Frankfurter Schule willen het wetenschapspositivisme ontmaskeren en daar een socialistische theorie voor terug in de plaats zetten. Men beweerde de democratie te verdedigen in het naoorlogse Duitsland, maar in de realiteit hief zij voornamelijk de democratie op door bepaalde gedachtes illegaal te verklaren en doormiddel van politieke correctheid een censuur op te leggen aan de West-Europese bevolkingen.
De term kritische theorie verwijst naar de titel van het programmatische opstel Traditionelle und kritische Theorie (Traditionele en kritische theorie) van Max Horkheimer uit 1937. Als het belangrijkste werk van de Frankfurter Schule geldt de door Horkheimer en Theodor W. Adorno in de jaren 1944 tot 1947 gezamenlijk geschreven essaybundel Dialektik der Aufklärung (de dialectiek van de verlichting).
Horkheimer & Adorno
De Frankfurter Schule ontstond uit het Institut für Sozialforschung (IfS, instituut voor sociaal onderzoek) van de universiteit van Frankfurt. Het werd oorspronkelijk in 1924 door Felix Weil gesticht en stond in zijn eerste jaren onder de leiding van Carl Grünberg. In 1932, onder de leiding van Max Horkheimer (die de leiding overnam vanaf 1931, nadat Grünberg door ziekte getroffen werd), ontstond het Zeitschrift für Sozialforschung als theoretische orgaan van het instituut. In dit tijdschrift formuleerden de leden van het instituut ideeën en hielden ze discussies rond wat later bekend zou staan als de “Kritische Theorie”. Deze Kritische Theorie kan bestempeld worden als een onorthodoxe voortzetting van het marxisme in combinatie met andere disciplines, waaronder de psychoanalyse van Sigmund Freud[1].
Tot het instituut behoorden o.a. Theodor W. Adorno, Herbert Marcuse, Erich Fromm, Leo Löwenthal, Franz Neumann, Otto Kirchheimer en Friedrich Pollock. Ook Walter Benjamin die gedurende zijn emigratie door het instituut financieel ondersteund werd, leverde aanzienlijke bijdragen.
Het instituut werd in 1933 door de Duitsers gesloten. Vele leden besloten om Duitsland te verlaten. Ze hadden hun bezittingen al ondergebracht in Nederland, en hadden ook een filiaal in Genève. Zo werd de hoofdzetel dan ook in 1933 naar Genève verplaatst. Uiteindelijk moest het instituut, met een tussenstop in Parijs, emigreren naar de Verenigde Staten. Het zou aan de universiteit van Columbia opnieuw gesticht worden door Horkheimer. Tijdens deze ballingschap, werkten Adorno en Horkheimer onder andere aan hun onderzoek hoe men een maatschappij kan verzwakken door haar trots, cultuur en eigenwaarde te ondermijnen, omdat Adorno hier iets slechts in zag. Dit resulteerde uiteindelijk in het werk The Authoritarian Personality (1950).
Na de terugkeer van de leden naar de universiteit van Frankfurt in 1950, werd de Frankfurter Schule belangrijk voor de protesten van nieuw-links in ’68, en zette haar stempel op de Duitse academische sociologie, die zo meer in de richting van een Kritische Theorie ging. Nog steeds onder het toeziend oog van Horkheimer zou de Frankfurter Schule zich uitbouwen tot een instituut dat interdisciplinair werk verrichtte.
De vertegenwoordigers van de Kritische Theorie en het daaruit voortvloeiende cultureelrelativistisme en vooral Adorno, zouden zich na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk bezighouden met welke effecten een dergelijke catastrofe op het filosofische denken, maatschappijkritiek en wat de rol van de rede heeft betekent. Volgens deze theorie zou rationaliteit slechts tot wreedheid leiden en moest men zich wentelen in relativistische vaagheden en vooral geen standpunt innemen die gebaseerd is op een kritische individuele afweging van een onderwerp, maar accepteren dat het politiek correcte establishment altijd gelijk heeft.
Als voornaamste opvolgers van Adorno en Horkheimer, worden Jürgen Habermas en Oskar Negt gezien. Hun Kritische Theorie wordt in contrast met de oude Kritische Theorie, ook als de “jongere Kritische Theorie” bestempeld, en erkent significante verschillen tussen beide. Alfred Schmidt neemt in verband met dit onderscheid echter wel een speciale plaats in.
De nieuwe kritische theorie eist ook een bevordering van massa-immigratie en multiculturalisme om zo de saamhorigheid van bevolkingen te ondermijnden.
Ook eist de nieuwe kritische theorie dat landen hun grenzen opgeven en hun bevoegdheden overdragen aan internationale organisaties zodat bevolkingen uiteindelijk niet langer over hun eigen toekomst kunnen beslissen.
De Frankfurter Schule en haar vertakkingen zijn nu de leidinggevende filosofische stroming binnen de academische kringen van zowel Europa als Noord-Amerika.
Juist daarom zal de ondemocratische EU gesteund blijven worden tot het bittere einde door de huidige linkse elite. Maar ook daardoor zal de huidige politiek ten aanzien van het multiculturalisme en de massa-immigratie niet veranderen.
16 september 2014 om 22:00
“Tot het instituut behoorden o.a. Theodor W. Adorno, Herbert Marcuse, Erich Fromm, Leo Löwenthal, Franz Neumann, Otto Kirchheimer en Friedrich Pollock. Ook Walter Benjamin die gedurende zijn emigratie door het instituut financieel ondersteund werd, leverde aanzienlijke bijdragen. ”
Waarom vermeldt de schrijver van dit stuk nergens dat de leidende figuren van deze beweging Joods waren? Is dat soms een onbelangrijk gegeven? Alle bovengenoemde personen waren Joods, in een land waar minder dan 1% van de bevolking Joods was. Wordt van ons verwacht dat we dit als toeval beschouwen?
Onder rechtse Nederlanders die terecht gekant zijn tegen massa-immigratie uit de Derde Wereld is het bon ton om antisemitisme af te keuren. Ik heb het idee dat dit meer is vanwege het principe ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’, en een behoefte zichzelf te distantiëren van het nationaal-socialisme, dan een realistische beeld van de rol die de Joodse diaspora heeft gespeeld in de neergang van het Westen de laatste halve eeuw.
In werkelijkheid zijn veel zaken waar op deze en soortgelijke websites - nogmaals, terecht - wordt geklaagd voor een belangrijk deel het gevolg van Joods activisme. Denk hierbij aan het verdwijnen van rasdenken uit de wetenschap (de kliek rond Frans Boas tijdens het interbellum), de opkomst van de Holocaust cultuur waardoor gezonde principes als ‘eigen volk eerst’ opeens taboe werden, en het promoten van massa-immigratie. Het is oneerlijk dat er alleen aandacht is voor de positieve bijdragen van Joden, terwijl het niet is toegestaan de negatieve gevolgen te bespreken. Ik pleit voor het bespreekbaar maken van dit onderwerp.
15 september 2014 om 18:56
o sorry, ik was in de war met het artikel van Ramautursing op DDS.
Overigens een prima aanvulling op het bovenstaande:
http://www.dagelijksestandaard.nl/2014/09/de-linkse-definitie-fobie
15 september 2014 om 18:55
Koos, volgens het postmoderne relativisme is alles maar een mening en kritiek kan op alle oneigenlijke manieren afgefikt worden, zoals bijvoorbeeld het in het artikel aangehaalde tot racisten en islamofoben bestempelen van critici van de Islam.
14 september 2014 om 20:18
Als ik het goed begrijp houdt de nieuwe kritische theorie in dat je geen kritische afweging mag maken. Ik hoop dat er niet al te veel aanhangers van deze theorie nog vrij rondlopen.