Door Joost Niemöller
Raffie Chohan is door een Nederlandse rechter veroordeeld omdat ze in de openbare ruimte islamkritiek beoefende. Dit is het gevolg van een gevaarlijke ontwikkeling bij het OM die de vrijheid van meningsuiting in Nederland aan banden wil leggen.
Onlangs werd bekend dat het OM veel tijd steekt in uitzoeken of er rechtszaken tegen columnisten gedaan kunnen worden. Het Nederlandse OM heeft de activistische lijn die destijds gevoerd werd tegen Janmaat weer opgepikt. Doel is het beperken van de vrijheid van meningsuiting.
Dat dit een politieke achtergrond heeft, blijkt wel uit de vooringenomen wijze waarop het OM opereert. De kans is bijvoorbeeld minimaal dat ex PvdA Kamerlid Mei Li Vos vervolgd zal worden wegens haar haattweet over ‘witte oude rechtse mannen.’ Maar als het gaat om Sylvana Simons trekt het OM alles uit de kast. (En pakken de media groot uit.)
Het OM richt zich vooralsnog grotendeels op minder bekende Nederlanders die islamkritische uitspraken deden. Hiervoor is weinig aandacht, maar elke gewonnen zaak maakt het OM weer sterker om de ‘grote vissen’ aan te gaan pakken.
Zo gaat het OM steeds weer in hoger beroep in de zaak tegen Robert de Jonge. Ik schreef er al een paar keer over. Maar in de MSM is er geen aandacht voor.
En zo sleept zich nu ook in stilte de zaak tegen Raffie Chohan voort.
Ook daarover schreef ik regelmatig.
Over haar zaak is wel enige media aandacht.
De rechter heeft Raffie inmiddels veroordeeld tot een geldboete van € 800, waarvan € 400 voorwaardelijk. Raffie is in hoger beroep gegaan.
Raffie Chohan zou volgens de rechter strafbaar zijn omdat ze bij een Pegida bijeenkomst zei:
“Een andere reden om Moslims te verachten en te haten is om hun krankzinnige ideologie,want het is nooit een religie van vrede”
Haar advocaat redeneert: zonder enige toelichting had de rechter geoordeeld dat haar toespraak bestond uit ‘racistische en beledigende teksten.’
(Hier vindt u de hele speech. Oordeel zelf.)
Als de rechter objectief naar de toespraak van Raffie had gekeken, had hij gezien dat hier sprake is van argumenten die leidden naar haar omstreden uitspraak. De advocaat van Raffie bepleit dan ook:
In haar toespraak, voorafgaand aan en volgend op het tenlastegelegde fragment, heeft appellante zeer gedetailleerde kritiek geleverd op het gedrag van moslims. Daarbij heeft zij de volgende punten besproken:
-
gedrag tegenover homo’s (dossierpagina 5, regel 20);
-
het mishandelen van vrouwen (dossierpagina 5, regel 20);
-
het sluiten van gearrangeerde huwelijken (dossierpagina 5, regel 43);
-
het plegen van besnijdenis (dossierpagina 5, regel 43);
-
het plegen van eerwraak (dossierpagina 5, regel 43);
-
het weigeren om aan een vrouw een hand te geven (dossierpagina 5, regel 46-47);
-
het als minderwaardig behandelen van vrouwen (dossierpagina 5, regel 47-48; blz. 2, regel 9-10);
-
het plegen van geweld tegen christenen (dossierpagina 6, regel 5-6; blz. 2, regel 43-45);
-
het sluiten van huwelijken en het bedrijven van seks met minderjarige meisjes (dossierpagina 6, regel 11-13); en
-
het sluiten van neef-nichthuwelijken (dossierpagina 6, regel 24).
In vergelijkbare zaken, zo bepleit haar advocaat, is er door de rechter wel gekeken naar de context waarin de uitspraken gedaan werden.
Met deze argumenten als achtergrond, deed Raffie dan ook geen uitspraak over moslims vanwege hun religie (wat strafbaar is), maar heel specifiek wegens hun ideologie. Dit benoemt zij nog eens met name zo.
De advocaat wil dat de rechter gaat toestaan dat er in hoger beroep deskundigen worden opgeroepen die kunnen oordelen over de legitimiteit van de argumenten die Raffie Chohan aanhaalt.
De advocaat stelt daarbij voor:
- prof. dr. A. Ellian, Universiteit Leiden, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap;
- mr. drs. M.E. Zee, Universiteit Leiden, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, staflid van het Instituut voor Metajuridica; en
- dr. B. French (PhD), directeur van het Center for the Study of Political Islam, te Nashville (USA).
En verder: om vast te stellen dat er sprake is van ‘het aanzetten tot haat’ moet er, zo geeft de advocaat van Raffie aan, sprake zijn van een intentie, die in dit geval niet aangetoond kan worden. Er moet namelijk;
een zekere vorm van kwaadaardigheid aanwezig zijn om beperking van de vrijheid van meningsuiting te rechtvaardigen. Er moet sprake zijn van opruiing, ophitsing en/of opstoken en er moeten krachtige termen aanwezig zijn om haat op te wekken. Er dient in beginsel sprake te zijn van een intrinsiek conflictueuze tweedeling, wil er sprake zijn van aanzetten tot haat“.
Wat Raffie hier deed is iets heel anders, namelijk het voeren van islamkritiek. Wanneer ook de hogere rechter zou besluiten dat de uitspraak van Raffie strafbaar is, dan is de islamkritiek in dit land aan banden gelegd. Er is dus een algemeen belang om aandacht te blijven besteden aan deze zaak.
Raffie is een eenvoudige Rotterdamse vrouw, voor wie het moeilijk is om een advocaat te bekostigen. Ze heeft daarom een crowdfunding actie op touw gezet.
Steun haar via deze link!
LAATSTE REACTIES