Door Joost Niemöller

‘Wat is er nu precies gebeurd?’

‘Zeven slachtoffers in Londen Drie daders. Ook doodgeschoten. Droegen bomvesten, maar die waren fake. Staken in het rond met lange messen.’

‘O gelukkig.’

‘Gelukkig?’

‘Geen bommen bedoel ik. Wel erg voor die slachtoffers natuurlijk.’

‘De media hebben het over een “incident.” Alsof het een eenmalig iets is.’

‘Maar de politie heeft heel snel opgetreden. Het incident duurde maar acht minuten uiteindelijk.’

‘Je vergeet de paniek. De angst. De chaos. Die duurde uren.’

‘Je moet niet altijd zo negatief zijn. Ik las dat Ariana Grande een benefietconcert geeft in Manchester. En dat er nu extra beveiliging is.’

‘O ja, Manchester. Dat was het vorige ‘incident.’ Je houdt het haast niet bij hè.’

‘Nee, zo mogen we niet denken. Daar word je maar kwaad van. Beter is: Rustig blijven herdenken. Samenhorigheid. Dat is toch het beste.’

‘In afwachting van het volgende incident?’

‘Nee, zo moet je niet gaan denken.’

‘En de islam?’

‘Nee, zo moet je niet gaan denken.’

‘Maar de moslims waren toch blij?’

‘Dat weet je niet. En als dat zo is, zeker niet alle moslims. Een klein groepje.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Anders zouden er toch wel elke dag aanslagen zijn? Dan wordt het gewoon oorlog. Daar wil ik niet aan denken. Je moet positief blijven. Onze maatschappij is heel veerkrachtig.’

‘Nou, bij mij is de rek er wel een beetje uit.’

‘Niet doen. Dat is precies wat ze willen. De terroristen. Die willen dat wij radicaliseren. En dan wordt het oorlog. Dat moeten we juist niet willen met z’n allen.’

‘Weet je, je hebt zo goed klaarliggen, die zinnen van je. Je lijkt wel een politicus.’

‘Met jouw cynisme schieten we niets op.’

‘Ik ben mijn cynisme ook strontzat. Ik ben woedend!’

‘En dan?’

‘Dat zullen we nog wel eens zien.’

‘Nu word ik bang van je.’