Categorie: geen categorie

Identiteitspolitiek is de zelfmoordcocktail van links

De linkse volksbeweging is de belangrijkste, meest machtige politieke beweging in het Europa van de twintigste eeuw geweest. Maar de sociaal democratie, als meest prominente uiting daarvan, is momenteel ingestort en marginaliseert alleen nog maar verder. Het ontbreekt links nu aan een Verhaal om de massa aan te spreken, omdat haar ideaal, een zeer grote verzorgingsstaat, en daarmee vooral een zeer machtig, tot in alle uithoeken doorgevoerd staatsapparaat (praktisch communisme) overal in Europa ingevoerd is. Alle lijnen lopen vanuit de staat. Het ondoorzichtige ambtenarenapparaat stuurt de maatschappij aan.

Maar de problemen waar mensen mee worstelen hebben te maken met cultuur en identiteit, niet met economische gelijkstelling; wat de enige problemen zijn waarover links antwoorden heeft.

De vragen om culturele identiteit worden, bij afwezigheid van religieuze invulling, wel beantwoord door de heropleving van het nationalisme, en door het benadrukken van de eigenheid van volkeren; een invulling waaraan steeds hernieuwde behoefte bestaat. In tijden van massamigratie wordt dit extra aangevoeld als noodzaak: Wat willen zij met ons? Wie zijn wij nog? De nieuw-rechtse, populistische, realistische, patriottische, en –hoe je het ook wilt noemen-  bewegingen proberen in heel Europa, maar ook in de VS antwoord te geven op die vraag, en lijken daarmee te voldoen aan een gedeelde urgentie, die nog aarzelend vorm krijgt. Deels aarzelend omdat de intellectuele onderbouwing vaak nog zwak is. Maar aarzelend ook door de aanvallen vanuit het linkse establishment vanwege ‘racisme’, ‘nazisme’ enzovoort. Een steeds botter wordend retorisch  middel overigens.  De morele claim die links sinds de jaren zestig van de vorige eeuw maakt als verzet na de oorlog, opgestart met het Cultureel Marxisme,  een links-intellectuele beweging op de universiteiten met daar nog steeds veel aanhang, slaat door de eindeloze herhaling ervan steeds minder goed aan. Het shockeffect is er wel een beetje af als je voor de honderdste keer om niets voor ‘racist’ wordt uitgescholden. Ook filosofen als Peter Sloterdijk zijn zozeer murw gebeukt door de stormram van de Cultureel Marxisten, dat ze zich ervan bewust zijn geworden dat dit de sluipmoordenaar is van het zelfstandig denken.

Links is door zijn frontoorlog op de inhoud zelf zijn eigen inhoud verloren, en tracht die nu terug te vinden in de identiteitspolitiek, die gericht is op het stichten van haat en verdeeldheid binnen multi-etnische maatschappijen. De rassenkaart spelen is daarbij altijd een beproefd middel geweest, omdat mensen zich nu eenmaal direct aangesproken voelen op hun etniciteit. (Net zozeer als op hun seksuele geaardheid overigens, ook een dankbaar richtpunt voor de identiteitspolitiek)

We zagen dat in Nederland vertaald door de aanvallen op Zwarte Piet, en nu weer op cowboys en indianen. Links, en met name de sociaal-democraten, mogen dan weliswaar geen volksbeweging meer zijn, ze zijn wel, door het vertragende machtseffect, nog steeds goed vertegenwoordigd in de bestuurselite en in de media. Daar zijn ze extreem gevoelig voor identiteitspolitiek, en geven meteen toe. We zagen dat onlangs weer in Utrecht bij Tivoli. Ook al ontkennen ze dat dan. Zeer ongeloofwaardig.

Bij de bestuurselite en in de media zijn ze maar voor één ding bang: Voor ‘fout’ aangezien te worden. Daarom zijn ze ook zo makkelijk te manipuleren door de radicale vertegenwoordigers van de identiteitspolitiek, die zich soms richten op de culturele elite, soms op adverteerders, maar die nooit een debat aan willen met hun politieke tegenstanders.

Het zal ze niet helpen.

De toenemende ergernis die daarvan het gevolg is, wordt algemeen gedeeld onder de bevolking, en maakt dat links alleen nog verder zal fragmentariseren. Links is verworden tot een zelfmoordcocktail van bestuurselite en extremisten; twee groepen die het gezonde verstand van het volk nooit aanspreken.

Het zogeheten populisme hoeft bijna niets te doen, behalve vorm te geven aan de woede. En vooral; er te zijn. De patriotten hebben de geschiedenis aan hun kant en hun grootste winst komt van hun politieke tegenstanders.

We leven in een bijzonder tijdsgewricht. En draaipunt. Al zal de vernietigende werking van de massamigratie niet terug gedraaid kunnen worden. Dus al teveel optimisme is niet op zijn plaats.

De les uit de DENK rel: stop de dubbele nationaliteit!

In de Tweede Kamer zitten Nederlandse Turken of Turkse Nederlanders, die, neem ik aan, allemaal een dubbele nationaliteit hebben. Een dubbele nationaliteit betekent dat het Turkse regime Erdogan hen aan kan spreken op hun Turkse loyaliteit.  Ik heb nooit begrepen waarom mensen met een dubbele nationaliteit en dus met een dubbele loyaliteit in het Nederlandse parlement en in de Nederlandse regering mogen zitten: dit holt de betekenis van Nederlandse politiek uit.

Sommige van die Turks-Nederlandse politici zullen hun steun betuigen aan het regime Erdogan, anderen alleen aan het Turks-zijn op zich, of het gaat om familiebanden of economische banden. Sommigen zullen zich op laten roepen voor het Turkse leger, of niet. Sommigen zullen nauwe politieke banden onderhouden met bepaalde segmenten van de Turkse samenleving, of zullen bepaalde religieuze banden voelen met bepaalde Turkse stromingen in Turkije of in Nederland. Sommigen zullen verbonden zijn met Koerdische belangen, andere niet, voor bijna allemaal zal het Turkse hun tweede taal blijven.

Dat zijn persoonlijke keuzes waarin iedereen vrij is. Maar niemand weet hoe het zit. Dit alles is dus volstrekt ondoorzichtig voor de Nederlandse kiezer.

Dat er zich nu ook Turks-Nederlandse parlementsleden hebben uitgesproken over het bestaan van een Armeense genocide, is mooi. Dat er ook Nederlands-Turkse parlementsleden zijn die zich tegen het bestaan van de Armeense genocide hebben uitgesproken, is uiteraard ronduit bizar. Want dit is gewoon een feit. Het ontkennen ervan door het regime Erdogan, zich hier krampachtig aan vast aanhouden en anderen afdwingen het bestaan van de Armeense genocide ook te ontkennen is alleen maar het zoveelste bewijs dat Erdogan een gevaarlijke dictator is. Dat twee Turks-Nederlandse parlementsleden van DENK  in Turkse media hun Turks-Nederlandse collega’s aan de schandpaal hebben genageld als landverraders (en daarmee dus Nederlandse landverraders zijn) en dat deze als gevolg hiervan worden bedreigd, wordt door praktisch de hele Nederlandse politiek erkend als weerzinwekkend.

Maar wat niet algemeen erkend wordt, is het onderliggende probleem: De dubbele nationaliteit die maakt dat Erdogan de Turkse Nederlanders kan aanspreken op hun ‘Turks-zijn.’

Het grootste deel van de Nederlandse politiek blijft hierover de schouders ophalen, met als fake argument: Turkije accepteert het toch niet?

Sinds wanneer is dat een geldig argument? Wat Turkije in Nederland wel of niet accepteert is niet ons probleem!

Het is heel eenvoudig. Duitsers die in Nederland komen wonen, mogen alleen de Nederlandse nationaliteit krijgen als ze de Duitse opzeggen. (Uitzonderingen daargelaten.) Met Turken, en Marokkanen (en Grieken) moet het net zo geregeld worden. Het buitenland mag niet bepalend zijn voor deze ongelijkheid.

Zolang we deze dubbele agenda in stand houden, zal nog niet eens het begin van integratie tot stand komen. Nederlandse Turken moet kiezen: Nederland of Turkije. Niet; hier genieten van uitkeringen, daar huizen bouwen. Ook dat is discriminatie ten opzichte van immigranten die wel afstand moeten nemen van de nationaliteit van hun land van herkomst.

Het is simpel: Verplicht Nederlandse Turken te kiezen. Kiezen ze voor de Nederlandse nationaliteit, laat ze dan officieel afstand nemen van hun Turkse nationaliteit.  Als Turkije dat niet accepteert, is dat een zaak van Turkije. Als Nederlandse Turken met een Nederlandse nationaliteit toch gebruiken blijven maken van die Turkse nationaliteit, controleer dit en leg straffen op.

Sylvia Witteman geeft toe: ‘Ik maak blanke van rottige Turk.’  Plus Twitter discussie met haar.

Door Joost Niemöller

Sylvia Witteman schrijft stukjes in de Volkskrant. Onlangs gaf ze daar een interview over. Ook in de Volkskrant. Onder het motto ‘Mensen van de Volkskrant vertellen over hun dilemma’s, fascinaties en de drijfveer om meer te weten.’

In dat interview vertelt Witteman dat ze anders dan enkele collega’s van haar er nooit last van heeft wat ze nu weer op moet schrijven. Anders dan bijvoorbeeld haar collega Peter Buwalda gaat ze er namelijk op uit. Ze maakt foto’s. Ze maakt aantekeningen:

Collega-columnisten als Peter Buwalda en Marcel van Roosmalen belanden halverwege het schrijven van hun column vaak in een crisis.‘Ja Peter heeft het heel moeilijk. Hij woont in Amsterdam-Noord, hij noemt dat zelf ook Reykjavik, en zit daar hele dagen binnen. Dan mailt hij dat hij niets heeft om over te schrijven en dan zeg ik altijd: ga even naar de fucking supermarkt of zo. Loop even naar ergens waar je mensen kan horen praten. Want dan heb je echt zo wat. Als je een kwartier buiten loopt, heb je drie onderwerpen. Maar dat soort crises had ik vroeger ook wel. Het is ook sterker als je maar één keer in de week moet, want dan hangt er best veel vanaf. Als je column dan slecht is, heb je de hele week een slechte column geschreven. Pas een week later kun je je revancheren. En van de zenuwen ben je dan in staat om weer een slechte te maken. Dat is een vicieuze cirkel van ellende. Ik maak er nu, alleen al voor de Volkskrant, drie per week, dan heb je geen tijd om erover te tobben. Nu denk ik pas op de ochtend dat ik hem maak: wat zal ik eens doen? Ik schrijf op mijn telefoon dingen die in mij opkomen. Of ik maak een foto van een situatie, dan hoef ik niet precies te onthouden hoe iemand eruit ziet. Bovendien zien mensen dan niet dat je staat te kijken, want je kunt gewoon doen alsof je op je telefoon kijkt. En dan tik ik er wat steekwoorden erbij. Als ik ’s ochtends wakker word en er staat niks in de krant waarover ik wil schrijven, pak ik dat lijstje erbij.’

Oké. Maar dan wordt het vreemd. Ze vertelt hoe ze de waarheid verdraait als het gaat om niet-blanke Nederlanders.  Als ze daar iets bij meemaakt wat niet zo gunstig is voor ze, dan maakt ze er maar blanken van. Want ja, als ze schreef dat het negers waren, dan kreeg ze er maar last van bij de Volkskrantlezers. Ze moet tenslotte wel haar boekjes verkopen en die columns leveren sowieso geld op, dus dan kun je maar liever beter de waarheid veranderen zodat de Volkskrant lezers het wel een prettige waarheid vinden. Het staat er gewoon. Ze schaamt zich zelfs niet eens:

Zeker, ik doe heel veel aan zelfcensuur. Vroeger gebruikte ik bijvoorbeeld argeloos het woord ‘neger’, maar dat schrijf ik al een paar jaar niet meer omdat dat een beladen woord is geworden – en ik niemand wil kwetsen. Maar het gaat veel verder dan dat. Als ik op straat iets zie waarbij een zwart, Turks of Marokkaans iemand iets rottigs doet, dan verander ik hem vaak naar een blanke Nederlander. Want anders word ik uitgescholden voor racist. Ik heb een keer geschreven over een vervelende Marokkaanse vrouw op een scooter met een dik jongetje achterop met een iPad. Ik moest remmen voor een duif, waardoor zij ook moest remmen en toen kreeg ik toch een hoop shit over me heen. Ik heb dat opgeschreven plus een omschrijving van hoe ze eruitzag: een vrouw met een hoofddoek en een dik jongetje. Daar kreeg ik zoveel boze post over! Over iemand die zwart is, zou ik nu nooit meer schrijven dat hij vet of lelijk is, want dan ben ik een racist. Terwijl ik bij een blanke vrouw gewoon opschrijf dat ze een figuur als een druipkaars heeft, dat kan wél. Die zelfcensuur gaat best ver, maar ja, zo zijn de tijden.

Ik vond dat raar, dus ik maakte daar een Tweet over. Sylvia Witteman reageerde daar op. Het kwam er op neer dat zij mocht liegen want zij was een columniste.  Toen ik dat waagde te betwijfelen kwamen er eerst steeds vreemdere antwoorden van haar, en tenslotte begon ze te schelden. Dat geeft niet. Ik ben wel wat gewend. Maar een beetje dom is het natuurlijk wel. Of liever gezegd: Een beetje erg zwak.

Vul dus bij iedere dikke blanke vrouw die langsfietst in een stukje van Sylvia Witteman een dikke Turkse vrouw in, of een dunne Surinaamse naam, of wat dan ook. Het is namelijk allemaal slechts gelul. Maar ja, wie ben ik om daar wat over te durven zeggen. Want zij zit al een kwart eeuw in het vak. Zegt ze.

Hier het Twitter draadje.

 

 

 

 

 

Waarom mag Thierry Baudet niet in gesprek met analist Amerikaanse maatschappij?

Zelfstandig nadenken, daar doen mensen liever niet aan. Het is veiliger om je bij de groep aan te sluiten, en alles wat afwijkt een label te geven. Wie zich verdiept in het onderzoek naar MH17, is een ‘complotdenker’. Wie iets weet over IQ en etnische verschillen is een ‘schedelmeter’.  Wie onderzoek doet naar de primaire bronnen van de nazi’s en aan de hand daarvan een grote reeks eigenzinnige boeken schrijft over WOII, is een ‘holocaustontkenner.’ Dat soort labels volstaan dan om je niet in afwijkende visies op de werkelijkheid te hoeven verdiepen. In de kudde meeblatend is altijd het veiligst.

We zagen het deze week weer toen bleek dat Thierry Baudet met Jared Taylor had gesproken. Niemand vroeg zich af waarom hij dat had gedaan. Het was toch helemaal niet nodig om met Jared Taylor te spreken? Hij was toch een ‘racist?’ Of een ‘antisemiet?’ Of ‘extreem-rechts?’

Jared Taylor heeft ideeën die de mijne niet zijn. Met name zijn idee over de etnostaat, verwerp ik, omdat je daarmee de belangrijke verbinding tussen natiestaat en democratie uitsluit: Mensen mogen al dan niet meedoen aan de hand van hun DNA plaatje. En zeker, in het Derde Rijk konden we zien waar dat toe kan leiden. Tot het uitsluiten van de vrijheid van meningsuiting.

Maar is Jared Taylor daarom een ‘racist’ waarmee je niet vijf uur zou kunnen praten? Dat is hij beslist niet. Net zoals het interessant is om vijf uur met David Irving te praten. Dat zijn mensen die zich verdiept hebben in de materie en bereid zijn om er met argumenten over te spreken. Het kan je eigen denkbeelden alleen maar verdiepen als je daar kennis van neemt. Je begrijpt preciezer waar je zelf voor staat.

Volgens Nausica Marbe in de Telegraaf is het helemaal niet nodig om met Taylor te spreken. Want, schrijft ze, die boeken van hem zeggen toch al dat hij een racist is, klaar. Uit zo’n opmerking blijkt dat ze zich nooit in die boeken verdiept heeft. In een van zijn recente boeken bijvoorbeeld, analyseerde hij met veel concrete voorbeelden hoe de VS door de identiteitspolitiek uit elkaar valt. Dat verbaast hem niet, want de etnische band is volgens hem altijd sterker dan de nationale band. We zien diezelfde problemen in Nederland ook. Zijn boek is een van de meest uitgedachte studies van dit probleem. Daarom is het interessant, en verdiepend om met iemand als Taylor te spreken, zonder dat je zijn conclusies over de etnostaat zou delen. Ik heb dat gedaan en kwam tot mijn eigen conclusies.

Open staan voor een debat, dat is niet wat er gebeurt, leert een kleine inzage in de mediareacties op het gesprek dat Thierry Baudet met Jared Taylor gehad zou hebben.  Het is een en al ‘racist’ dit en ‘extreem-rechts’ dat. Nergens blijkt enige kennis over het werk van Taylor.

Dat is niet van gisteren. Om een voorbeeld te noemen:  Baruch Spinoza ontwikkelde, puur door scherper na te denken dan wie ook, een beeld over God, dat in zijn tijd ongekend was. Hij legde daarmee de basis voor de radicale verlichting waaruit onze moderne tijd zou voortkomen. Maar in zijn tijd werd Spinoza weg gezet als ‘atheïst’ en dat stond gelijk aan verbanning uit het openbare leven. Vandaar dat hij het toen niet aandurfde om zijn ideeën tijdens zijn leven openbaar te verspreiden. Er was dus geen openbaar debat over het werk van Spinoza. Zijn werk was namelijk zo goed als onzichtbaar. Er werd alleen op hem gescholden. Is iemand daar beter van geworden?

Verander de wetgeving. Geef mensen zelfverdedigingswapens.

Door gastauteur Bart Brands

Op 18-12-2017 heb ik als raadslid in de gemeente Den Haag een set schriftelijke vragen gesteld over het bezit van pepperspray en ploertendoders door burgers[1]. Uiteraard begrijp ik dat ik mij op bijzonder glad ijs begeef om deze zeer gepolitiseerde discussie aan te zwengelen maar als Security Expert kan ik niet anders dan benoemen en ter discussie stellen van iets dat ik zie als op gevoelens en politiek ideologisch gebaseerde wetgeving waarbij elke discussie direct wordt gebruikt om de tegenstander te betichten van het willen starten van een wapenwedloop met criminelen. Het liefst voer ik de discussie namelijk op basis van feiten en de feiten zijn helder.

 

Zelfverdediging:

 

Feit is dat pepperspray en ploertendoders primair bedoeld zijn voor defensieve doeleinden. Pepperspray wordt naast tegen mensen ook veelvuldig gebruikt om zich te beschermen tegen wilde dieren. Het is simpel te gebruiken, niet-dodelijk en door het tijdelijke effect redelijk onschuldig. Het is tevens een zeer compact en draagbaar item dat in zelfs de kleinste handtasjes van dames past voor een stapavondje. Een ploertendoder vereist een hele korte instructie maar is bedoeld om afstand te creëren tussen slachtoffer en dader en alhoewel je met een goede tik iemand stevig kunt toetakelen, leidt het slechts in weinig gevallen tot serieuze verwondingen. Beide middelen zijn bedoeld om tijd te kopen en/of een fysiek te compenseren.

 

Andere landen:

 

Feit is ook dat in veel landen om ons heen pepperspray legaal is en daar waar dit niet het geval is wordt ook daar de discussie aangegaan. In landen als Zwitserland, Polen, Duitsland, Frankrijk, Italië en Zweden kun je, soms onder voorwaarden, pepperspray legaal kopen en wanneer gebruikt in een zelfverdedigingssituatie onbestraft gebruiken. In Denemarken roept de politiek op tot de aanschaf van daar nog illegale middelen als pepperspray[2]. Dat in Nederland dit middel dus nog niet gelegaliseerd is, toont hoever enerzijds onze wetgeving achterloopt en anderzijds de discussie over een weerbare samenleving gepolitiseerd is.

 

Wapens en terrorisme:

 

Dat in Nederland ‘wapenbezit’ onbespreekbaar is komt door een diep geloof in de capaciteiten van de overheid en een diepe angst voor een weerbare burger. Begrijp me niet verkeerd. We leven in een relatief bijzonder veilig land. Dit neemt echter niet weg dat die situatie en beter kan en dat het toestaan van niet-dodelijke middelen voor zelfverdediging daaraan kan bijdragen en hier in ieder geval geen afbreuk aan doet. Daarnaast kunnen we niet heen om de maatregelen om terroristen te weren die we elke dag zien. Roadblocks en anti-terreur palen zoals onlangs op Rotterdam Centraal geplaatst zijn onze nieuwe werkelijkheid. Dat burgers in die discussie buitenspel blijven vind ik onverantwoordelijk en onbegrijpelijk. In strijd tegen terreur heeft ook u namelijk een functie.

 

Slachtoffer creëren:

 

Als Veiligheidskundige, Security Intelligence professional en bedenker van de AAEA-antiterreur methodiek heb ik bijzonder veel respect voor onze veiligheidsdiensten. Feit is echter wel dat wanneer de seconden tellen de politie soms minuten verwijderd is van een noodsituatie. En het is die simpele constatering dat bij een aanval de politie simpelweg niet onmiddellijk te plaatse KAN zijn dat een slachtoffer dus alleen staat voor de eerste lijn verdediging! Het ontnemen van het recht op zelfverdediging met niet-dodelijke middelen voor burgers zorgt er feitelijk dus voor dat de overheid haar burgers nodeloos in gevaar brengt.

 

Escalatie:

Mijn schriftelijke vragen zijn voor pacifisten als een pepperspray in de ogen van een overvaller. In een poging dit onrecht te verantwoorden komt uiteraard het escalatiemodel als eerste reactie. “U wilt een wapenwedloop!!” Mijn reactie is dat dit escalatiemodel in geheel niet klopt en ik verwijs naar voorgaand genoemde landen waar pepperspray legaal is. Daarnaast vind ik het ook heel erg vreemd om de crimineel als uitgangspunt te nemen en om bewust een vorm van hulpeloosheid te creëren in de hoop dat criminelen iets minder crimineel zullen doen. Criminelen hebben per definitie lak aan de wet en als mensen denken dat hen tegemoet komen, escalatie voorkomt moeten zij maar eens spreken met al die slachtoffers van gewelddadige roofovervallen en verkrachtingen van weerloze en meewerkende burgers die zich van de overheid niet mochten verdedigen.

[1] https://www.ad.nl/den-haag/raadslid-pepperspray-en-ploertendoder-oke~a3dc26176/

[2] http://mace-europe.com/eu-pepper-spray-laws/

Twitter: @BartBrands1982

Dit stuk werd eerder gepubliceerd op de website Terreurnieuws. 

 

 

Brekend rapport: ISIS werd bewapend door EU en VS

ISIS is nu praktisch verslagen, en de droom van het kalifaat in Syrië en Irak lijkt voorlopig vervlogen. Maar de vraag is natuurlijk: Hoe heeft die gruwelijke organisatie kunnen ontstaan? Ten eerste natuurlijk door de ideologie van de islam. Maar een ideologie alleen is niet genoeg. Er moet ook een organisatie zijn. Financiële stromen. Smokkelkanalen voor aankomende soldaten. Training. Grondstoffen. En bovenal wapens.

Waar kwamen de wapens voor ISIS vandaan? Dat werd overtuigend uitgezocht in een net verschenen rapport van CAR, een Britse organisatie die de internationale wapensporen volgt.

De conclusie van CAR is dat de meeste wapens van ISIS door de VS en Saoedi-Arabië werden verscheept, vooral via Turkije en Jordanië, naar de steeds verschuivende oppositiegroepen in Syrië, waarna ze snel, en soms al in eerste instantie, in handen kwamen van ISIS. Het overgrote deel van deze wapens was van Chinese, Russische, Roemeense en Bulgaarse makelij. Daarbij werden exportwetten van de VS en de EU overtreden.

Unauthorised retransfer—the violation of agreements by which a supplier government prohibits the re-export of materiel by a recipient government without its prior consent—is a significant source of IS weapons and ammunition. The United States and Saudi Arabia supplied most of this materiel without authorisation, apparently to Syrian opposition forces. This diverted materiel, recovered from IS forces, comprises exclusively Warsaw Pactcalibre weapons and ammunition, purchased by the United States and Saudi Arabia from European Union (EU) Member States in Eastern Europe.

Het ging daarbij soms om zware wapens, zoals anti-tankwapens, die nieuw werden gefabriceerd in de EU, werden doorverkocht naar de VS, en zo terecht kwamen in het ondoorzichtige Syrische ‘rebellennetwerk’ Binnen twee maanden belandden deze raketten van de fabriek in de EU bij ISIS:

CAR documentation shows that the most rapid case of diversion following  unauthorised retransfer was that of an advanced anti-tank guided weapon (ATGW). The weapon was manufactured in the EU, sold to the United States, supplied to a party in the Syrian conflict, transferred to IS forces in Iraq, and documented by a CAR field investigation team following its recovery from IS forces. The full chain oftransactions occurred within two months of the weapon’s dispatch from the factory.

De bron voor de chemische wapens van ISIS, bleek vooral Turkije te zijn. In een aantal gevallen werden deze chemische wapens welbewust op de Turkse markt geproduceerd voor jihadistische acties in Syrië:

IS forces have relied on a steady stream of commercial products and explosive goods to construct unprecedented numbers of IEDs. Turkish territory is the main—although not exclusive—source of chemical explosive precursors (ammonium nitrate,  otassium nitrate, aluminium paste, and sorbitol), detonating cord, detonators, containers used to house IED main charges, and ancillary IED components employed by IS forces. CAR has identified specific parties responsible for purchasing these components on the Turkish market and for supplying a range of opposition forces in northern Syria, including Salafist jihadist factions.

Aan de serienummers van aangetroffen Chinese wapens in de veroverde opslagruimten van ISIS, bleek dat het om complete, gloednieuwe partijen ging. Die werden opgeslagen met de drugs die de ISIS strijders werden toegediend om hun gruwelijke werk te kunnen verrichten:

Between 23 and 28 September 2017, CAR documented 122 Chinese Type 81 7.62 x 39 mm light machine guns and 61 Chinese Type 67-2 7.62 x 54R mm medium  machine guns, recovered from an IS cache in the Al Shura district, south of Mosul. Iraqi forces recaptured the area in October 2016. The serial numbers of the weapons are either in sequence (that is, 1, 2, 3), or close in sequence (such as 1, 3, 6), and indicate production in 2007 and 2008. One to three pouches filled with powder were affixed to each weapon. Presumptive analysis revealed that the powder was a performanceenhancing amphetamine. The close serial number sequencing of 122 identical weapons indicates a large diversion from a single intended end user. It is clear that, following acquisition, IS forces had stockpiled the weapons together with individual rations of performance-enhancing drugs for issue to its fighters.

De meeste nieuwe raketten van ISIS, bleken geproduceerd door China en Iran (en Bulgarije), waarmee het Amerikaans/Europese transportspoor werd afgedekt:

China and Iran manufactured most of the post-2010 (produced in 2010 or later) 40 mm rockets that were recovered from IS forces in Iraq. As with the overall sample of 40 mm rockets, the top three manufacturers of post-2010 40 mm rockets are China, Iran, and Bulgaria, which together produced 97 per cent of the rockets.

Een veel kleiner deel was afkomstig van het Irakese leger, en dus van overgelopen, soennitische soldaten, of veroverde Irakese opslagplaatsen:

These two findings indicate that, at the very least, 12 per cent of the weapons recovered from IS forces originate from Iraqi national stockpiles. The group captured a large proportion of this stockpile during major offensives against Iraqi armed forces in the Mosul region in mid-2014. CAR field investigation teams, which were on the ground in both Iraq and Syria at the time, obtained some clues regarding the role this materiel might have played in IS forces’ subsequent military gains.

Vastgesteld kon worden, nogmaals, dat met name Turkije en Jordanië functioneerden als gewillige doorvoerlanden van de Amerikaanse en Saoedische transportlijnen. Vervolgens kwamen de wapens snel, via diverse tussenpartijen bij ISIS. CAR kan niet uitsluiten dat het in een aantal gevallen zelfs direct bij ISIS terecht kwam:

IS forces deploy a range of weaponry that can be traced to transfers destined for opposition forces in the Syrian conflict. While the exact circumstances of direct supply across Syria’s borders are unclear, the Jordanian and Turkish governments have each acted as intermediaries in the provision of weapons purchased by Saudi Arabia and the United States. Background information gathered by CAR indicates that IS forces acquired the materiel through varied means, including battlefield capture and the amalgamation of disparate Syrian opposition groups. CAR cannot  rule out direct supply to IS forces from the territories of Jordan and Turkey, especially given the presence of various opposition groups, with shifting allegiances, in cross-border resupply locations.

In verschillende gevallen kon concreet vast gesteld worden dat ISIS wapens vanuit de Bulgaarse fabriek, via de VS bij ISIS terecht kwamen. Dit werd bevestigd door Bulgarije. De VS wilde niet meewerken aan het onderzoek:

In the last phase of the battle for eastern Mosul, in January 2017, Iraqi Special Operations Forces recovered another 9M111MB-1 ATGW missile tube from IS forces, but this one features a different lot number. Bulgaria confirmed the item was sold to a Bulgarian export company, which subsequently exported it to the US Department of the Army on an unspecified date.31 The United States has not yet replied to a CAR trace request for this item.

De VS werkte bij het verhandelen en transporteren van de wapens naar ISIS, met bedrijven op contractbasis:

The United States has relied on brokers to supply weapons and ammunition to partner countries via Eastern Europe for years. Companies such as Kiesler Police Supply, which CAR has linked to recent diversion of materiel, were contracted by the US Department of Defense after 2003 to supply Iraq with weapons and ammunition during the US intervention. Equipment and supplies from that period continue to circulate and some are now deployed by IS forces.

 Ook Libië was in die periode een draaipunt om de wapens naar ISIS te krijgen:

Documentation and analysis by CAR indicates that Libyan weapon supply chains have extended as far as Syria, as evidenced by a substantial maritime seizure of weapons consigned to Syrian opposition forces from Libya; consignment information that establishes that materiel recovered from IS forces in Iraq was originally consigned to Libya; and a congruence of weapon and ammunition types documented in Libya and Syria.

Met name in Turkije bleek dat de bestemming van de chemicaliën voor ISIS opzettelijk slecht geregistreerd te zijn, waar dit wel vereist is:

These findings point to the Turkish domestic market as a primary source of chemical precursors used by IS forces in the manufacture of HME and propellant. They also expose weaknesses in supply-side controls, which are designed to monitor the end use of such chemicals, as these products move along the supply chain. A number of local Turkish distributors, for example, claimed in their responses to CAR’s trace requests that their records did not include the requisite information to identify specific customers. These gaps in information make identifying, and hence curbing, terrorist acquisition of precursors extremely difficult.

Het ging in verreweg de meeste gevallen niet om oude wapens, maar om gloednieuwe wapens, die werden gemaakt en geleverd toen al bekend was waartoe ISIS in staat was:

If these acquisitions were restricted to old, ‘legacy’ weapons, which happened to be present in the arsenals of the two governments, there would arguably be few viable avenues available to restrict weapon acquisition by IS forces. Evidence presented in this report, however, confirms that many of the group’s weapons—and notably its ammunition—are newly manufactured, having been delivered to the region since the start of the Syrian conflict in 2011. These weapons originate in transfers made by external parties, including Saudi Arabia and the United States, to disparate Syrian opposition forces arrayed against the regime of President Bashar al-Assad. Supplied into Syria through the territories of regional proxies—notably Jordan and Turkey—this materiel was rapidly captured by IS forces, only to be deployed by the group against international coalition forces.

Deze manier van werken van het Westen en van Saoedi-Arabië is niet nieuw. Het gebeurde ook al in Afghanistan, waarbij de jihadi’s werden bewapend tegen de Russen, met als gevolg dat datzelfde Westen werd aangevallen met de door henzelf geleverde wapens:

These dynamics are not new among the adverse effects associated with international intervention in civil wars. Support by Saudi Arabia and the United States to non-state forces in the 1980s Afghan conflict displayed similar patterns: weapons provided to non-state groups arrayed against a common enemy; a concentration of Salafist jihadist groups, which proved the most organised and the most effective at acquiring foreign-supplied weapons; a devolution to neighbouring states of the responsibility for deciding which groups received weapons (in the Afghanistan case, Pakistan, and in the Syria case, Jordan and Turkey); and a blowback effect, whereby weapon supplier states end up being targeted by the forces that they armed indirectly— and having to confront them militarily.

Met de wapenleveranties aan ISIS werd regelgeving van de EU en de VS genegeerd:

Moreover, many of these transfers have violated the terms of sale and export agreed between weapon exporters—primarily EU Member States—and recipients in Saudi Arabia and the United States.

Met dit rapport werd de cynische hypocrisie van de VS en de EU dus blootgelegd.

De Zwarte Piet haat is een terugkeer naar de erfzonde. Longread.

Door Joost Niemöller

Er wordt steeds vaker gesproken over de ‘Zwarte Piet discussie.’ Dat suggereert dat er een brandende kwestie zou zijn en dat Nederland daarover debatteert. Niets is minder waar. Voor het overgrote deel van de Nederlanders is er helemaal geen discussie over Zwarte Piet. Hij is gewoon onderdeel van een gezellig kinderfeestje. Sinds jaar en dag zijn er in Nederland fanatieke activisten geweest die meenden een punt te moeten maken van Zwarte Piet als zijnde een uiting van Nederlands racisme in het kader van de slavernij van zwarten. Dat activisme bestaat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw  en is altijd marginaal geweest, praktisch genegeerd in de media. Het veranderde pas toen activistische linkse journalisten bij de NCRV ‘discussieprogramma’s’ op de tv gingen wijden aan dit ‘thema’  en ook Pauw en Witteman steeds vaker zogeheten gekwetste ‘slachtoffers’ van Zwarte Piet gingen opvoeren.  Dit ging net zo lang door, tot het een zogenaamd nationaal thema was geworden. Plaatselijke bestuurders, niet door enige plaatselijke bevolking gekozen, maar aangestuurd door hun politiek correcte ambtenaren, gingen vervolgens opleggen dat Zwarte Piet geen Zwarte Piet meer mocht zijn, maar gevlekt, of Spaanse edellieden, of welke andere gekkigheid er nog meer bedacht werd.

In de door activistische linkse journalisten aangestuurde media nam het gezeur over Zwarte Piet als zijnde een uiting van kolonialisme en slavernijverleden, naast de NCRV en de VARA, een steeds grotere vorm aan.

In de sociale media is het anti Zwarte Piet geraas een marginaal gebeuren, maar in de gevestigde media is het de hoofdmoot. Wie het met dat laatste niet eens is, kan ingezonden brieven schrijven, en die worden soms wel, maar meestal niet geplaatst.

Een van die volhoudende brievenschrijvers is Klaas Maas, die lang in Suriname verbleef, ook trouwde met een Surinaamse vrouw en die zich, net als kennelijk zijn vrouw, groen en geel ergert aan het modieuze Zwarte Piet=racisme geroep, dat door serieus geachte kranten en weekbladen wordt overgenomen. Hier geldt dus: De kranten bepalen het ‘debat’, de brievenschrijvers reageren. Ze zijn onderdeel geworden van de frame, en lopen noodgedwongen altijd achter.

De brieven, met een aanvullende analyse, van Klaas Maas zijn uitgegeven in een zojuist verschenen, zeer inzichtelijk boekje: Zwarte Piet is geen racisme.

Het interessante aan brievenschrijver Klaas Maas, is dat hij in zijn brieven een dieper gravend thema heeft weten bloot te leggen: De hetze tegen Zwarte Piet is de terugkeer van iets waar we in het Europa van na de Verlichting eigenlijk afstand van hebben genomen: De erfzonde.

Wat die erfzonde is, wordt door Klaas Maas precies omschreven in een nooit geplaatste brief in Trouw:

Erfzonde: de primordiale erf­zonde, het eten van de boom der kennis, en die uit de tien geboden, de zonden van de vaderen bezoeken aan de kinde­ren tot in het derde en vierde geslacht. Erfzonde: te weten hoe groot je ellende is, het chantagemiddel waarmee in de Heidelberger Catechismus de onderwijzing in het christe­lijk geloof begint. Inderdaad, Thomas van Aquino maar ook Luther en Calvijn wisten dat de onderwerping aan de leer van de kerk begint met het opleggen van een even irratio­neel als onoverkomelijk schuldbesef dat de catechisant drijft naar de aanvaarding van de enig mogelijke verlossing name­lijk door het kruisoffer van Christus, door het bloed van het lam.

Klaas Maas, die christelijk is opgevoed, en zelf atheïst werd, ziet terecht hoe de erfzonde vooral werkte als een onderdrukkingsmethode van het christendom; je draagt al bij de geboorte schuld, en wat deze schuld is, dat bepaalt de kerk. Veel christenen gingen hier zwaar onder gebukt, en konden er, door hun geloof, nooit onderuit komen.  Dat dit veel menselijk leed heeft veroorzaakt, weten we, wijzer geworden door veel publicaties, en met name romans, in recente tijden.

Het christendom als geloofsuiting is praktisch verdwenen uit de West-Europese cultuur, maar de erfzonde als politiek correct mechanisme heeft weer een herintrede gedaan. Allochtonen ontdekken nu dat ze hiermee kunnen scoren. Hun kritiek op de eigen cultuur valt niet in goede aarde bij de Gutmensch cultuur, maar klagen over het Westen is zeer welkom. Klaas Maas haalt daar een goed voorbeeld van aan in een brief die uiteindelijk in geredigeerde vorm geplaatst werd in De Groene Amsterdammer:

Hirsi Ali beschrijft in haar biografie hoe een vriendin en lotgenote zwijgt over de dagelijkse mishandeling door haar echtgenoot maar zich hardop ergert aan Nederlandse be­ambten die haar aangapen, haar langer laten wachten dan nodig: kortom haar discrimineren. Ayaan legt die houding uit als ‘troostmechanisme’: liever dan de gebreken van de eigen cultuur onder ogen te zien, construeert men tekort­komingen die men de autochtoon verwijten kan. Het seri­eus nemen van zulke verwijten is een typische reflex van de soort politiek correcte Nederlander die de door Fortuyn en Wilders gemarkeerde cultuuromslag heeft overleefd en nu ruimte ziet voor een comeback.

En dan Zwarte Piet. Klagen over Nederland is altijd welkom. Maar, merkt Klaas Maas terecht op, is dat eigenlijk niet een beetje raar, want is die Zwarte Piet zoals we hem nu kennen, niet eigenlijk juist helemaal perfect, zoals er zoveel aan Nederland eigenlijk gewoon helemaal perfect is? (De brief werd geplaatst in De Groene Amsterdammer.)

En ook Zwarte Piet, die enige neger die de Hollanders zelf geschapen hebben, is te perfect: een stereotype? Jawel, maar wat voor stereotype: deskundig, betrouwbaar, integer, hoffelijk zonder onderdanig te zijn, discrimineert op geslacht noch geaardheid, eist niet op hoge toon respect voor zijn god of zijn profeet. Zwarte Piet, wie zou hem niet als buurman willen hebben?

De essentie van de kritiek op Zwarte Piet is dat hij een soort van verheerlijking van ‘ons’ slavernijverleden zou zijn. Daarbij vliegen de vergelijkingen in de media alle kanten op. Het gaat van steeds gekker tot ronduit krankzinnig. De genocide van de Joden in de Tweede Wereldoorlog wordt straffeloos vergeleken met de slavernij van de zwarten door de blanken van enkele eeuwen terug.  Een vergelijking die natuurlijk kant noch wal raakt. Daar hoef je nauwelijks over na te denken, maar kennelijk moet dat tegenwoordig weer wel. Klaas Maas analyseert dat met moedige volhardendheid nog maar eens in een brief aan De Groene Amsterdammer die zowaar nog geplaatst werd ook. Slavernij werd vroeger overal als moreel aanvaardbaar gezien, schrijft hij, over genocide bestonden altijd al morele bezwaren:

‘Het lijkt soms alsof het erger is wat de joden overkwam dan wat met zwarten gebeurde. Waarom?’ Deze sleutel­vraag in de recensie van 12 Years a Slave (De Groene Am­sterdammer, 6 februari 2014) impliceert de morele gelijkstel­ling van genocide en slavernij en getuigt daarmee van een merkwaardig gebrek aan historisch besef. Genocide was in de joodse overlevering een straf die alleen voltrokken werd aan vijanden van Jahweh na een uitdrukkelijke opdracht van Jahweh (cf. 1 Samuel 15:2–4 ‘… dood man en vrouw, kind en zuigeling, rund en schaap, ezel en kameel …’). Over het intrinsiek gruwelijke karakter ervan heeft nooit menings­verschil bestaan. Slavernij daarentegen was een mondiaal verspreide niet tot één ras beperkte sociale conditie die door Mozes noch Confucius noch Boeddha noch Christus noch Mohammed ooit is veroordeeld en die tót de opkomst in Eu­ropa van de Verlichting, algemeen geaccepteerd werd, door slavenhouder én slaaf .

Maar als we de erfzonde via de politiek correcte dwangbuis weer gaan invoeren, dan komt er ook een ander lastig probleem naar boven: als we allochtone critici van het Westen serieus nemen in hun kritiek over het ‘koloniale verleden’, hebben zij dan ook niet het recht om beoordeeld te worden over ‘hun verleden’?  De politieke correcte elite doet dat niet, en bewijst daarmee met twee maten te meten. Allochtonen hoef je kennelijk niet zo serieus te nemen als autochtonen. Briefschrijver Klaas Maas bestrijdt die erfzonde methode, maar hij vindt wel; oké, gelijke monniken, gelijke kappen dan maar in een brief die NRC Handelsblad niet wilde plaatsen:

Volgens onze Marokkaanse medelander Abulkasim al-Jaberi is Zwarte Piet een product van ons slavernijverleden dat impliciet wordt verheerlijkt op de portieren van de gou­den koets, het ambtsvoertuig bij uitstek van onze koning, en daarom: fuck de koning. Een complexe en aanvechtbare argumentatie van deze afstammeling van de Barbarijse pi­raten die de mediterrane en Atlantische kusten van Europa afschuimden en als slavenjagers menig voorvader ontvoer­den die, bij gebrek aan losgeld, als slaaf een ellendige dood moest sterven op de galeien of in de vestingbouw van de sultan. Dus: Fuck de sultan? Een Fuck-de-koning-roepende Marokkaanse medelander die aldus zijn vrijheid van me­ningsuiting uitleeft, heeft afgezien van zijn de-pot-verwijt-de-ketelpositie, een extra geloofwaardigheidsprobleem: Wat, vragen wij ons af, roept zo’n dubbele paspoortdrager in zijn andere vaderland? Hij heeft als Marokkaans staatburger nog een monarch, en een monarch die anders dan de onze, naast een formele ook een zeer reële bestuurlijke zeggen­schap heeft. Kent Marokko een verbod op majesteitschen­nis? En misschien ook een verbod op het beledigen van een bevriend staatshoofd? Dus wat zal het zijn? Republikein in Nederland en monarchist in Marokko? Twee paspoorten, twee walletjes om van te eten? Twee sets van normen en waarden? Hier liggen problemen waaraan ook de nrc in zijn ijverzucht voor het modieuze anti-monarchisme, te gemak­kelijk voorbijgaat.

En uiteindelijk draait het allemaal om geld. Betalen, betalen, betalen, zoals de Brabantneger als eens zei. Het schuld bekennen gaat vooraf aan het afrekenen. En dan gaat het niet over geringe financiële claims. Terwijl, als je echt gaat rekenen, stelt Maas terecht, dan zijn het eerder de vroegere kolonies die zouden moeten betalen aan het Westen. In een brief die De Groene Amsterdammer niet wilde plaatsen:

De herstelbetalingsclaims voor de eeuwen van kolonialisme en slavernij – zoals de formeel onderbouw­de claim van de caricom-naties ad 200 miljard pond, en de vagere claim ad 777.000 miljard dollar van de door de vn gesponsorde African World Reparations and Repatriation Truth Commission – zijn helaas serieus bedoeld: als de im­plementatie van de historie als het gedroomde ultieme ver­dienmodel. In deze principieel eenzijdige geschiedschrijving is geen sprake van enige weging van voor- en nadelen van kolonialisme en slavernij: De nakomelingen van de slaven in de nieuwe wereld leven thans in landen met per capita bbp’s van vijfmaal tot twintigmaal de bbp’s van de Afrikaanse lan­den van herkomst. De gedekoloniseerde Afrikaanse landen hebben tenminste de beschikking gekregen over de tijdens het kolonialisme aangelegde en opgebouwde materiële en immateriële infrastructuur: vervoersinfrastructuur, steden, ambtenarij, onderwijsinrichting, geneeskundige dienst, etc. etc., een zeer grote vooruitgang in vergelijking tot de preko­ loniale situatie. Dat alles wegende zijn de gedekoloniseerde landen misschien wel geld schuldig aan hun kolonisators.

En ja, als we dan toch met schuldkaarten gaan wapperen, dan ligt er natuurlijk ook nogal wat schuld bij de moslims, de ultieme slavenhandelaars, niet alleen van zwarten uit Afrika, maar ook van blanken; de roof naar de Noord-Afrikaanse kusten, maar ook het nooit echt vertelde verhaal van Turkije als ‘hub’ in de internationale handel in blanke slaven:

Verder was in de middeleeuwen ook het Byzantijnse Rijk, met het Turkse rijk als opvolger, een hub in de inter­nationale slavenhandel. Hun handelswaar kwam echter niet zozeer uit Afrika maar uit de Balkan en Zuid-Rusland en was dan gewoon blank. De etnisch-linguïstische term Sla­visch, als in Slavische talen, is, volgens zeggen, de reflectie van het historisch feit dat de sprekers ervan dat gewoon ook heel vaak werden: slaven.

Over zoveel vormen van historische slavernij wordt nooit geschreven, schrijft Maas in een nooit geplaatste brief voor Trouw:

Onze koloniale geschiedenis heeft meer curieuze details: Nederlands-Oost-Indië was vele malen groter en volkrijker dan de West, en moet navenant ook veel meer slaven hebben gehad. Het betrof bij de aanvang een ontwikkelde feodale samenleving waarin slavernij endemisch was en waarbij de

voc zich aansloot. Een belangrijk leverancier van slaven aan de voc was een boeddhistisch koninkrijk in wat nu Birma heet. Een deel van de voc-slaven is op de Kaapkolonie te­rechtgekomen. Hun nakomelingen leven daar nu nog. Het bestaan van deze Oost-Indische slavernij en de beëindiging ervan, heeft in ons historisch besef nooit de indringendheid gehad of gekregen die de negerslavernij uit de West wel heeft. We hebben er weleens over gehoord ja, of gelezen bij Multatuli of bij Couperus, maar hoeveel het er waren en tot wanneer precies het geduurd heeft? Onbekend. Waarom dat is? Misschien omdat de Maleiers de blanken niet kon­den verwijten wat zij zelf praktiseerden? Of waren en zijn Maleiers minder emotioneel en pragmatischer ingesteld dan negers?

Maas geeft aan hoe absurd de huidige selectieve verontwaardiging over de slavernij van zwarte Afrikanen door het Westen is. Want als we echt door zouden gaan op die moderne linksige vorm van erfzonde, dan zouden er nog wel wat financiële claims gemaakt kunnen worden. Neem nu die Mongoolse horden. Wat die allemaal niet hebben aangericht!  En ja, nu we toch begonnen zijn, de zwarte Afrikanen hebben zelf ook nogal wat boter op het hoofd:

Om even bij sub-Sahara-Afrika te blijven: Algemeen wordt aangenomen dat de niet-negroïde autochtone bewo­ners van Zuidelijk Afrika, de Khoi en de San (Hottentot­ten en Bosjesmannen) oorspronkelijk het gehele areaal van zuidelijk Afrika bewoonden maar door opvolgende migra­tiegolven van Bantoestammen zijn teruggedrongen tot de restgebieden waar zij nu leven. Hebben de Khoi en de San recht op schadevergoeding voor deze prehistorische land­roof?

En is de rekening al opgemaakt voor het verbranden van de bibliotheek van Alexandrië? Zo kunnen we dus nog wel even door gaan.

Overigens vindt Maas niet dat er alleen maar sprake zou moeten zijn van individuele verantwoordelijkheid. Er zijn weldegelijk voorbeelden aan te geven waarop een volk zichzelf verantwoordelijk kan stellen voor het aanrichten van ellende aan groepen mensen. In het geval van het na-oorloogse Duitsland bijvoorbeeld:

Maar, kan men vragen, bestaat er dan niet zoiets als een collectieve verantwoordelijkheid? De Duitsers namen na de Tweede Wereldoorlog een gedeeltelijke verantwoordelijk­heid op zich voor de uitroeiingscampagne tegen de Joden en hebben daartoe op forse schaal financiële compensatie ver­strekt (de zogenaamde Wiedergutmachung). Dat was echter een compensatie verstrekt door een Duitsland waarvan de meeste inwoners de Jodenvervolging bewust hadden mee­gemaakt (en in machteloos toezien hadden laten passeren), verstrekt aan Joodse instanties die grotendeels bestonden uit personen die zelf de Holocaust hadden overleefd. In be­paalde bijzondere gevallen kan er dus sprake zijn van een als zodanig erkende collectieve verantwoordelijkheid, maar die blijft in de onderhavige casus beperkt tot het collectief van betrokken actoren, toeschouwers en slachtoffers en gaat niet automatisch over op volgende generaties.

Kortom, het is dus volkomen onzinnig om te spreken over ‘onze’ Zwarte Piet schuld. Deze is er met de haren bijgesleept, en betreft totaal geen echte schuld. Het is ook duidelijk dat je helder moet gaan nadenken over het principiële verschil tussen het ene soort schuld, die echt is, en het andere soort schuld, die is aangepraat. Maas komt tot een aantal heldere spelregels:

Als we spelen met de gedachte om zo’n collectieve ver­antwoordelijkheid uit te breiden tot het verleden van vóór de geboorte, zijn er een paar zaken van belang:

Voor wetten geldt als fundamenteel beginsel dat ze pas van kracht zijn vanaf het moment van invoering: geen recht zonder wet. Wetten die in het verleden bestonden, hadden in het verleden rechtskracht en rechtsgevolg. Ze golden tot ze werden afgeschaft.

Wat in het verleden niet strafbaar was, kan daarom niet met terugwerkende kracht strafbaar worden ge­steld. Ook niet op een aanzwellende golf van emotioneel ondergaan collectief schuldbesef.

Gaan we over de opnieuw door de linkse elites ingevoerde erfzonde niet helder nadenken, dan is de waanzin ook niet meer te overzien. Wie Zwarte Piet wil straffen, en daarmee de nu levende Nederlandse generaties wil straffen, die zal, zo voorziet Maas terecht, uitkomen op het opleggen van geldboetes aan de Nederlandse bevolking vanwege het vieren van het Sinterklaasfeest. Nu zegt je misschien; kan het nog gekker. Maar reken maar van yes:

In die zin kan ook een verband gelegd worden met het racisme dat te onzent Zwarte Piet wordt aangewreven. Het verwijt ‘Zwarte Piet is racisme’ zou met enige creatieve fan­tasie zelfs een opstap kunnen zijn voor een eis tot financiële compensatie voor de viering van het Sinterklaasfeest in zijn traditionele vorm, aan de zwarte ‘slachtoffers’ ervan.

De meeste boekhandels weigerden het boek ‘Zwarte Piet is geen racisme’ van Klaas Maas in de winkel te leggen. Het is wel te bestellen bij de uitgever, De Blauwe Tijger.

Brekend! De geheimzinnige ‘Nepgetuige’ van NRC spreekt zelf: ‘Omtzigt gaf mij geen instructies’

Door Joost Niemöller

Er was de afgelopen dagen in de media veel te doen over een zogeheten ‘nepgetuige’ die Kamerlid Pieter Omtzigt op een openbare bijeenkomst zou hebben gesouffleerd over eventuele Oekraïense vliegtuigen die de MH17 zouden hebben neergeschoten. Als gevolg van alle consternatie moest Omtzigt zijn woordvoerderschap over MH17 neerleggen.  De ophef ontstond na een artikel in NRC Handelsblad.

Maar hoe zat het nu met die mysterieuze ‘nepgetuige?’ Wat zei hij? Met wie sprak hij? Welke andere personen waren betrokken?

Burgerjournalist Max van der Werff heeft als enige na de NRC publicatie via een chatkanaal kunnen spreken met deze zogeheten ‘nepgetuige’.  In het Russisch. Het gesprek is nu gepubliceerd. Ik geef hieronder de belangrijkste quotes eruit.

Maar eerst terug naar het bewuste NRC stuk. Wat staat daar nu precies over de vermeende ‘nepgetuige’ Oleksandr.?

NRC schrijft dit:

Via zijn tolk, die naast hem staat, vertelt Alexandr, uit Oost-Oekraïne, dat hij belangrijke informatie heeft over de ramp. Toen de MH17 neerstortte, zag hij namelijk ándere vliegtuigen in de lucht. Die waarneming staat haaks op bevindingen van het internationale onderzoek naar de ramp. De onderzoekers weigeren hem te erkennen als getuige en als asielzoeker, klaagt Alexandr tegenover zijn toehoorders.

Wie was er hier nu aan het woord? De tolk? Of Oleksandr, die in de NRC versie Alexandr wordt genoemd? Dat is in de impressionistische NRC weergave niet duidelijk.  Met andere woorden: Hebben we het hier over het verhaal van de tolk of van de getuige? Dat is natuurlijk van belang om te weten, omdat hij in de media als de ‘nepgetuige’ wordt opgevoerd.

Nu wordt er door NRC een derde persoon geïntroduceerd, een Nederlander, Jeroen van Rijsbergen. Alsof het allemaal al niet vaag genoeg was. Neemt NRC een op een de interpretatie van deze Jeroen van Rijsbergen over? Daar lijkt het wel op. Of heeft NRC haar conclusies ook op andere bronnen gebaseerd? Dat zou journalistiek gezien natuurlijk wel moeten. Bij dit soort kwesties dien je nooit af te gaan op één bron namelijk, want in het zwaar verpolitiekte MH17 dossier, waarbij geheime diensten een duistere rol spelen zijn alle bronnen mogelijk besmet, zeker nu, zo lang na de aanslag.

NRC:

De Oekraïense ooggetuige was meegenomen door Jeroen van Rijsbergen, een 34-jarige Amsterdammer die als hobby de MH17-ramp onderzoekt. Van Rijsbergen is al jaren gefascineerd door Rusland. Als het land na de crash wordt aangewezen als schuldige, kan Van Rijsbergen dat niet geloven en gaat hij zelfstandig via internet op zoek naar Oekraïeners uit het rampgebied. Zo komt hij in contact met Alexandr A., inwoner van een dorpje waar een deel van de Boeing neerkwam. Volgens Alexandr kwam dat niet door een Boek-raket. Die raket zou niemand uit zijn dorp hebben gezien. Wél zouden er onbekende vliegtuigen zijn waargenomen op de dag van de ramp.

Maar zijn verhaal rammelt. Alexandr is geen ooggetuige te noemen: op het moment van de crash verbleef hij elders in Oekraïne. Alleen zijn vrouw zou erbij zijn geweest – maar die wil niet praten. Uit het vonnis van zijn Nederlandse asielzaak blijkt bovendien dat Alexandr door Oekraïense autoriteiten al langer wordt verdacht van betrokkenheid bij pro-Russische strijdgroepen, die vanuit zijn bedrijfspand zouden opereren. Toch hecht Van Rijsbergen waarde aan Alexandrs verhaal. Hij mailt het aan Pieter Omtzigt.

Het gaat hier met name om deze zin in NRC Handelsblad:

op het moment van de crash verbleef hij elders in Oekraïne. Alleen zijn vrouw zou erbij zijn geweest – maar die wil niet praten.

Wie zegt dat? Van Rijsbergen? De tolk? Oleksandr? We komen het niet te weten.

Omdat NRC zo vaag is met het noemen van bronnen, blijft alles duister. Neem nu deze quote uit het stuk:

Als Omtzigt in 2016 via Van Rijsbergen hoort over de ooggetuige, verwijst hij hem per e-mail door naar het JIT. Alexandr, die inmiddels asiel heeft aangevraagd in Nederland omdat hij in Oekraïne naar eigen zeggen gevaar loopt, wordt in mei dit jaar gehoord door het JIT. Zijn verhaal wordt niet relevant gevonden: hij heeft de ramp niet zien gebeuren en sowieso was al duidelijk dat een raket de crash had veroorzaakt, niet een ander vliegtuig.

Hoe weet NRC dit? Spraken ze met het JIT? En zo ja, gaf het JIT dan privé informatie over getuigen door naar de krant? Dat zou zeer kwalijk zijn. Geen enkele getuige kan zich bij het JIT nu nog veilig voelen. Of heeft NRC misschien dan toch Oleksandr gesproken, zonder dit te vermelden? Of komt alles alleen maar uit de koker van de voor NRC kennelijk cruciale Van Rijsbergen? Of hebben ze het van Omtzigt? Waarom zeggen ze dat dan niet?

Ah wacht. NRC heeft dan toch meer informatie. Op tape nog wel. Kennelijk had iemand een gesprek opgenomen. Maar wie? En waarom? NRC verkiest het ook daar niets over te zeggen. Ook geeft NRC de tape niet vrij zodat we het zelf kunnen checken. We moeten afgaan op de interpretatie die NRC geeft:

NRC:

Een uur voordat de bijeenkomst voor nabestaanden begint, zitten ze met elkaar aan tafel in de foyer van de VU: Van Rijsbergen, Omtzigt, Alexandr en de tolk. Een geluidsopname van het gesprek is in bezit van NRC. Alexandr vertelt over de vliegtuigen in de lucht tijdens het neerstorten van MH17. Eerst vertelt hij dat hij de crash heeft gezien. „Heb je ook gezien hoe het vliegtuig is neergeschoten?”, vraagt Omtzigt later. Dan antwoordt de tolk namens Alexandr: „Zijn vrouw heeft het gezien. Niet het neerschieten, maar het neerstorten en hoe het uit elkaar brak.” Het wordt vluchtig gezegd, in gebrekkig Nederlands.

Duidelijker vertelt Alexandrs tolk dat hij al door het JIT is gehoord. Hij vertelt dat hij niet alles kon vertellen, maar dat de Nederlandse onderzoekers van het JIT vanuit Duitsland al beschikten over een uitgebreid rapport met zijn getuigenis over de ramp. „Die hadden ze”, constateert Omtzigt daarop. Bij zijn eerdere asielaanvraag in Duitsland heeft Alexandr alles wat hij weet over de ramp namelijk al aan de Duitse politie verteld.

Ah, kijk, een directe uitspraak van Van Rijsbergen in NRC, nu ineens:

„De bedoeling was dat Alexandr daarna bedolven zou worden onder de journalisten”, vertelt Van Rijsbergen later aan NRC. „We dachten: we planten een zaadje en hopen dat het wordt opgepikt.” Volgens Van Rijsbergen bedacht hij dit opzetje samen met Omtzigt.

O ja? Daar hadden we graag Omtzigt over gehoord in NRC. Maar die krijgen we daarover niet te horen.

Het contact tussen Van Rijsbergen en NRC lijkt erg goed te zijn. NRC heeft zelfs de telefoon van Van Rijsbergen mogen bekijken:

Het is 19.49 uur en de lezing is al begonnen als de telefoon van Van Rijsbergen oplicht. In een sms-bericht dicteert Omtzigt wat de Oekraïense getuige straks moet zeggen als hij het woord neemt: „Ik zag het vliegtuig neerstorten. De cockpit kwam 100 meter van mijn huis terecht. Ik zag de slachtoffers, maar ook […] Oekraïense militaire vliegtuigen die op 17 juli vlogen boven mijn huis. Toch word ik niet als getuige erkend. Bij wie moet ik me melden?”

In het NRC artikel worden zelfs foto’s afgedrukt van de telefoon van Van Rijsbergen, inclusief de bewust sms berichtje van Omtzigt.

Tot zover de berichtgeving in NRC.

Van Rijsbergen, de enige concreet opgevoerde spreker, lijkt inmiddels van de aardbodem verdwenen.

Een belangrijke vraag, die uit het NRC stuk niet duidelijk wordt: Sprak NRC ook met de ‘nepgetuige’ zelf? En zo ja, waarom hebben ze er dan voor gekozen om deze zeer relevante persoon in de hele rel niet sprekend op te voeren?

Iemand die na de Omtzigt rel zeker sprak met Oleksandr, was burgerjournalist Max van der Werff. Via een chat. Oleksandr bevindt zich momenteel, naar eigen zeggen, in Oekraïne.

Hieronder enkele relevante vragen en antwoorden uit die chat conversatie (die in het Russisch werd gevoerd).

-Het Nederlandse publiek gelooft dat jij een pro-Russische provocateur bent en Omtzigt jou heeft geholpen. Jouw plan was de Russische versie te ondersteunen, dat de Boeing is neergehaald door gevechtsvliegtuigen. Dat is wat journalisten zeggen te kunnen bewijzen met geheime geluidsopnamen.

‘Dit alles is een leugen. Noch Pieter noch ik hebben conclusies getrokken of gespeculeerd. Dat is de wijze waarop het is gepresenteerd. Jouw land heeft mensen als Pieter nodig. Ik heb nooit een plan gehad. Ook nu niet. Ik heb een positie. De beslissing moet eerlijk zijn en de schuldigen worden bestraft. Als dit Pieter is overkomen, bedenk dan in welke positie ik verkeer. Er is geen sprake van schuld. Er was niet genoeg tijd, dus de fout gebeurde. Dat heeft geen andere oorzaken. De fout werd gebruikt door diegenen voor wie het winstgevend is. En niemand heeft gediscussieerd over welke versie dan ook.’

-Ik stel de vraag anders: het lijkt dat Pieter jou een platform wilde geven om de theorie met de gevechtsvliegtuigen naar voren te brengen. Hij schreef zelfs in een sms wat je moest zeggen. Wat denk je hierover?

‘ Niemand gaf mij instructies en er was geen samenzwering.’

-Dus, de logica van de versie van de pers: jij ging naar Nederland om geschiedenis te schrijven. Je was politiek gemotiveerd. Rusland helpen en de Buk-versie in twijfel te trekken. Daarna ben je naar Zweden vertrokken en bent nu teruggekeerd naar Oekraïne. Maar in Oekraïne ben je bang, omdat de SBU je al eerder heeft ondervraagd. En deze veiligheidsdienst vermoedt dat jij een pro-Russisch element bent.

‘De logica van de pers-versie is niet juist en niet betrouwbaar. Ik heb dit thema niet bediscussieerd, behalve dan met jou, Pieter en Jeroen.’

-Die avond wilde jij je sympathie betuigen voor de mensen die geliefden hebben verloren. Had jij geen geheime agenda? Wanneer heb je Jeroen voor het eerst ontmoet? Daarnaast wil ik begrijpen hoe de pers deze geschiedenis zo kon opschrijven.

‘Ik heb geen verborgen agenda. Ik had geen plannen welke versie dan ook op te leggen aan de onderzoekers of de aanwezigen.’

‘Wij hebben allen veel mensen verloren. En wij weten wat dat betekent. Mijn sympathie is oprecht.
1 Om mijn condoleances te geven aan familie en vrienden
2 Om in het kort te beschrijven wat er die dag is gebeurd.
3 en de hoop uitspreken dat dit misdrijf zo snel als mogelijk wordt opgelost en de daders hun verdiende straf krijgen.’

Tenslotte maakt Oleksandr nog een belangrijke opmerking:

Daarom wil ik weten wat de vertaler heeft gedaan. Wat Alexander namens mij heeft gezegd.

Wat ging er allemaal mis in de vertaalslag?

Hier is het volledige gesprek met Max van der Werff te lezen. Eerst de code invullen. Die luidt:

SlavaRossiya!

 

 

 

De open samenleving en haar armzalige betonblokken

Door Joost Niemöller

De heersende machten in het Westen kiezen voor een open samenleving. Dat wil zeggen dat ook de vijanden van die open samenlevingen, die als doel hebben deze samenleving kapot te maken, binnen kunnen komen. Zoals moslimterroristen. Vindt er een aanslag plaats, dan wordt er, om de lokale bevolking rustig te houden, een noodoplossing achteraf bedacht. Een tijdelijk verbandgaasje, meer is het niet.

Zoals nu in New York, waar  betonnen barrières worden geplaatst bij fietspaden.

En dan wel zo dat je er nog steeds moet kunnen fietsen.

Alsof er een probleem is met de beveiliging van fietspaden.

Ook wordt er nu een ‘ring van staal’ aangelegd rondom kerstmarkten in Berlijn, want vorig jaar vond er op zo’n kerstmarkt een aanslag met een vrachtwagen plaats.

Ook op de bruggen in Londen zijn er dergelijke staalbarrières aangebracht.  Die zijn precies zo geconstrueerd dat de laatste aanslag, namelijk met een auto rijden door voetgangers, niet meer kan gebeuren.

Precies volgens de redenering bij de fietspaden in New York.

Dat heet het paard achter de wagen spannen. Het lijkt telkens alsof autoriteiten niet in staat lijken om zich te verplaatsen in de denkwereld van een terrorist, om ze zodoende een stap voor te kunnen zijn.

Soms vinden die maatregelen bovendien met enorme vertraging plaats. Zo zijn er pas nu betonblokken neergelegd op het Centraal Station in Amsterdam.

Nadat er al meerdere aanslagen zijn gepleegd op stations in Europese steden.

Precies in die vertragende, onbekommerde, lijn lijken de autoriteiten van de Europese landen zich geen zorgen te maken over de terugkerende ISIS strijders.

En dit, terwijl alleen al in bijvoorbeeld Groot Brittannië het aantal teruggekeerde ISIS strijders een beangstigende omvang heeft aangenomen.

Israël, ondertussen, bouwde een muur tegen de moslimterroristen en blijft aan die muur door bouwen.

Van de muur van Trump zijn nu prototypes gepresenteerd. Die muur gaat er komen.

Maar Europa heeft nauwelijks grenzen, laat staan muren. Met uitzondering van die paar landen, zoals Hongarije, die hun eigen maatregelen hebben genomen, tegen de wil van de EU in. En ook aan die grensbescherming blijft werken.

Karl Popper schreef het beroemde boek De open samenleving en haar vijanden. Dat boek wordt steeds weer opgevoerd als een pleidooi voor de open samenleving.

Maar inmiddels is de open samenleving haar eigen grootste vijand geworden. En naarmate men daar meer halsstarrig aan vasthoudt, zullen de dramatische gevolgen ervan groter worden. Aan dit principe vasthouden in tijden van massamigratie is een misdaad tegen de menselijkheid.

Na weer moslimaanslag; mediagolf irrelevante details, want: ‘Islam is vrede.’

 

Door Joost Niemöller

Het is natuurlijk een ‘nieuwsfeitje’ waar je als media zijnde iets mee moet, zo’n moslimaanslag. Oh, wacht, wat zei ik nu, moslimaanslag? Nee, dat is nu precies wat de media er niet mee moeten. Je krijgt van alles te horen en te weten over zo’n aanslag.

Dat de aanslagpleger er al een week mee bezig was.

Dat hij in het ziekenhuis blij was na de aanslag.

Eenbeschouwing of terreuraanslagen met auto’s gestopt kunnen worden.

Dat vijf van de slachtoffers toeristen waren.

Dat vijf ervan uit Argentinië kwamen.

Dat er nu extra beveiliging komt voor de marathon.

Dat fietspaden extra kwetsbaar zijn.

Een politieke discussie over de Tweets van Trump

Dat er messen zijn gevonden in de truck van de aanslagpleger.

Enzovoort enzovoort.

Allemaal non informatie.

En waarom worden we overladen met non informatie? Omdat het maar niet mag gaan over de essentie van de zaak. Dat het moslims zijn die dit doen. Dat die moslim geïnspireerd worden door de islam. Dat de islam in het Westen een enorm probleem is.

Het hoofd van de media consument wordt ondertussen bezig gehouden met onzin. De echt belangrijke discussie blijft uit. Is dat een complot of dommigheid? Het is in elk geval een patroon. Het was een van de dingen die president Bush zei na 9/11: ‘Dit is heel erg voor de moslims in de hele wereld. Moslims kunnen het niet geloven dat dit gebeurd is. Het heeft niets te maken met de islam, dat is terug te vinden in de koran. Het gezicht van het terreur is niet het gezicht van de islam. Want islam is vrede.’

En meer van dat soort bullshit. Om u dom en passief te houden. Om u slachtoffer te houden.