Door Joost Niemöller
Er wordt steeds vaker gesproken over de ‘Zwarte Piet discussie.’ Dat suggereert dat er een brandende kwestie zou zijn en dat Nederland daarover debatteert. Niets is minder waar. Voor het overgrote deel van de Nederlanders is er helemaal geen discussie over Zwarte Piet. Hij is gewoon onderdeel van een gezellig kinderfeestje. Sinds jaar en dag zijn er in Nederland fanatieke activisten geweest die meenden een punt te moeten maken van Zwarte Piet als zijnde een uiting van Nederlands racisme in het kader van de slavernij van zwarten. Dat activisme bestaat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw en is altijd marginaal geweest, praktisch genegeerd in de media. Het veranderde pas toen activistische linkse journalisten bij de NCRV ‘discussieprogramma’s’ op de tv gingen wijden aan dit ‘thema’ en ook Pauw en Witteman steeds vaker zogeheten gekwetste ‘slachtoffers’ van Zwarte Piet gingen opvoeren. Dit ging net zo lang door, tot het een zogenaamd nationaal thema was geworden. Plaatselijke bestuurders, niet door enige plaatselijke bevolking gekozen, maar aangestuurd door hun politiek correcte ambtenaren, gingen vervolgens opleggen dat Zwarte Piet geen Zwarte Piet meer mocht zijn, maar gevlekt, of Spaanse edellieden, of welke andere gekkigheid er nog meer bedacht werd.
In de door activistische linkse journalisten aangestuurde media nam het gezeur over Zwarte Piet als zijnde een uiting van kolonialisme en slavernijverleden, naast de NCRV en de VARA, een steeds grotere vorm aan.
In de sociale media is het anti Zwarte Piet geraas een marginaal gebeuren, maar in de gevestigde media is het de hoofdmoot. Wie het met dat laatste niet eens is, kan ingezonden brieven schrijven, en die worden soms wel, maar meestal niet geplaatst.
Een van die volhoudende brievenschrijvers is Klaas Maas, die lang in Suriname verbleef, ook trouwde met een Surinaamse vrouw en die zich, net als kennelijk zijn vrouw, groen en geel ergert aan het modieuze Zwarte Piet=racisme geroep, dat door serieus geachte kranten en weekbladen wordt overgenomen. Hier geldt dus: De kranten bepalen het ‘debat’, de brievenschrijvers reageren. Ze zijn onderdeel geworden van de frame, en lopen noodgedwongen altijd achter.
De brieven, met een aanvullende analyse, van Klaas Maas zijn uitgegeven in een zojuist verschenen, zeer inzichtelijk boekje: Zwarte Piet is geen racisme.
Het interessante aan brievenschrijver Klaas Maas, is dat hij in zijn brieven een dieper gravend thema heeft weten bloot te leggen: De hetze tegen Zwarte Piet is de terugkeer van iets waar we in het Europa van na de Verlichting eigenlijk afstand van hebben genomen: De erfzonde.
Wat die erfzonde is, wordt door Klaas Maas precies omschreven in een nooit geplaatste brief in Trouw:
Erfzonde: de primordiale erfzonde, het eten van de boom der kennis, en die uit de tien geboden, de zonden van de vaderen bezoeken aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht. Erfzonde: te weten hoe groot je ellende is, het chantagemiddel waarmee in de Heidelberger Catechismus de onderwijzing in het christelijk geloof begint. Inderdaad, Thomas van Aquino maar ook Luther en Calvijn wisten dat de onderwerping aan de leer van de kerk begint met het opleggen van een even irrationeel als onoverkomelijk schuldbesef dat de catechisant drijft naar de aanvaarding van de enig mogelijke verlossing namelijk door het kruisoffer van Christus, door het bloed van het lam.
Klaas Maas, die christelijk is opgevoed, en zelf atheïst werd, ziet terecht hoe de erfzonde vooral werkte als een onderdrukkingsmethode van het christendom; je draagt al bij de geboorte schuld, en wat deze schuld is, dat bepaalt de kerk. Veel christenen gingen hier zwaar onder gebukt, en konden er, door hun geloof, nooit onderuit komen. Dat dit veel menselijk leed heeft veroorzaakt, weten we, wijzer geworden door veel publicaties, en met name romans, in recente tijden.
Het christendom als geloofsuiting is praktisch verdwenen uit de West-Europese cultuur, maar de erfzonde als politiek correct mechanisme heeft weer een herintrede gedaan. Allochtonen ontdekken nu dat ze hiermee kunnen scoren. Hun kritiek op de eigen cultuur valt niet in goede aarde bij de Gutmensch cultuur, maar klagen over het Westen is zeer welkom. Klaas Maas haalt daar een goed voorbeeld van aan in een brief die uiteindelijk in geredigeerde vorm geplaatst werd in De Groene Amsterdammer:
Hirsi Ali beschrijft in haar biografie hoe een vriendin en lotgenote zwijgt over de dagelijkse mishandeling door haar echtgenoot maar zich hardop ergert aan Nederlandse beambten die haar aangapen, haar langer laten wachten dan nodig: kortom haar discrimineren. Ayaan legt die houding uit als ‘troostmechanisme’: liever dan de gebreken van de eigen cultuur onder ogen te zien, construeert men tekortkomingen die men de autochtoon verwijten kan. Het serieus nemen van zulke verwijten is een typische reflex van de soort politiek correcte Nederlander die de door Fortuyn en Wilders gemarkeerde cultuuromslag heeft overleefd en nu ruimte ziet voor een comeback.
En dan Zwarte Piet. Klagen over Nederland is altijd welkom. Maar, merkt Klaas Maas terecht op, is dat eigenlijk niet een beetje raar, want is die Zwarte Piet zoals we hem nu kennen, niet eigenlijk juist helemaal perfect, zoals er zoveel aan Nederland eigenlijk gewoon helemaal perfect is? (De brief werd geplaatst in De Groene Amsterdammer.)
En ook Zwarte Piet, die enige neger die de Hollanders zelf geschapen hebben, is te perfect: een stereotype? Jawel, maar wat voor stereotype: deskundig, betrouwbaar, integer, hoffelijk zonder onderdanig te zijn, discrimineert op geslacht noch geaardheid, eist niet op hoge toon respect voor zijn god of zijn profeet. Zwarte Piet, wie zou hem niet als buurman willen hebben?
De essentie van de kritiek op Zwarte Piet is dat hij een soort van verheerlijking van ‘ons’ slavernijverleden zou zijn. Daarbij vliegen de vergelijkingen in de media alle kanten op. Het gaat van steeds gekker tot ronduit krankzinnig. De genocide van de Joden in de Tweede Wereldoorlog wordt straffeloos vergeleken met de slavernij van de zwarten door de blanken van enkele eeuwen terug. Een vergelijking die natuurlijk kant noch wal raakt. Daar hoef je nauwelijks over na te denken, maar kennelijk moet dat tegenwoordig weer wel. Klaas Maas analyseert dat met moedige volhardendheid nog maar eens in een brief aan De Groene Amsterdammer die zowaar nog geplaatst werd ook. Slavernij werd vroeger overal als moreel aanvaardbaar gezien, schrijft hij, over genocide bestonden altijd al morele bezwaren:
‘Het lijkt soms alsof het erger is wat de joden overkwam dan wat met zwarten gebeurde. Waarom?’ Deze sleutelvraag in de recensie van 12 Years a Slave (De Groene Amsterdammer, 6 februari 2014) impliceert de morele gelijkstelling van genocide en slavernij en getuigt daarmee van een merkwaardig gebrek aan historisch besef. Genocide was in de joodse overlevering een straf die alleen voltrokken werd aan vijanden van Jahweh na een uitdrukkelijke opdracht van Jahweh (cf. 1 Samuel 15:2–4 ‘… dood man en vrouw, kind en zuigeling, rund en schaap, ezel en kameel …’). Over het intrinsiek gruwelijke karakter ervan heeft nooit meningsverschil bestaan. Slavernij daarentegen was een mondiaal verspreide niet tot één ras beperkte sociale conditie die door Mozes noch Confucius noch Boeddha noch Christus noch Mohammed ooit is veroordeeld en die tót de opkomst in Europa van de Verlichting, algemeen geaccepteerd werd, door slavenhouder én slaaf .
Maar als we de erfzonde via de politiek correcte dwangbuis weer gaan invoeren, dan komt er ook een ander lastig probleem naar boven: als we allochtone critici van het Westen serieus nemen in hun kritiek over het ‘koloniale verleden’, hebben zij dan ook niet het recht om beoordeeld te worden over ‘hun verleden’? De politieke correcte elite doet dat niet, en bewijst daarmee met twee maten te meten. Allochtonen hoef je kennelijk niet zo serieus te nemen als autochtonen. Briefschrijver Klaas Maas bestrijdt die erfzonde methode, maar hij vindt wel; oké, gelijke monniken, gelijke kappen dan maar in een brief die NRC Handelsblad niet wilde plaatsen:
Volgens onze Marokkaanse medelander Abulkasim al-Jaberi is Zwarte Piet een product van ons slavernijverleden dat impliciet wordt verheerlijkt op de portieren van de gouden koets, het ambtsvoertuig bij uitstek van onze koning, en daarom: fuck de koning. Een complexe en aanvechtbare argumentatie van deze afstammeling van de Barbarijse piraten die de mediterrane en Atlantische kusten van Europa afschuimden en als slavenjagers menig voorvader ontvoerden die, bij gebrek aan losgeld, als slaaf een ellendige dood moest sterven op de galeien of in de vestingbouw van de sultan. Dus: Fuck de sultan? Een Fuck-de-koning-roepende Marokkaanse medelander die aldus zijn vrijheid van meningsuiting uitleeft, heeft afgezien van zijn de-pot-verwijt-de-ketelpositie, een extra geloofwaardigheidsprobleem: Wat, vragen wij ons af, roept zo’n dubbele paspoortdrager in zijn andere vaderland? Hij heeft als Marokkaans staatburger nog een monarch, en een monarch die anders dan de onze, naast een formele ook een zeer reële bestuurlijke zeggenschap heeft. Kent Marokko een verbod op majesteitschennis? En misschien ook een verbod op het beledigen van een bevriend staatshoofd? Dus wat zal het zijn? Republikein in Nederland en monarchist in Marokko? Twee paspoorten, twee walletjes om van te eten? Twee sets van normen en waarden? Hier liggen problemen waaraan ook de nrc in zijn ijverzucht voor het modieuze anti-monarchisme, te gemakkelijk voorbijgaat.
En uiteindelijk draait het allemaal om geld. Betalen, betalen, betalen, zoals de Brabantneger als eens zei. Het schuld bekennen gaat vooraf aan het afrekenen. En dan gaat het niet over geringe financiële claims. Terwijl, als je echt gaat rekenen, stelt Maas terecht, dan zijn het eerder de vroegere kolonies die zouden moeten betalen aan het Westen. In een brief die De Groene Amsterdammer niet wilde plaatsen:
De herstelbetalingsclaims voor de eeuwen van kolonialisme en slavernij – zoals de formeel onderbouwde claim van de caricom-naties ad 200 miljard pond, en de vagere claim ad 777.000 miljard dollar van de door de vn gesponsorde African World Reparations and Repatriation Truth Commission – zijn helaas serieus bedoeld: als de implementatie van de historie als het gedroomde ultieme verdienmodel. In deze principieel eenzijdige geschiedschrijving is geen sprake van enige weging van voor- en nadelen van kolonialisme en slavernij: De nakomelingen van de slaven in de nieuwe wereld leven thans in landen met per capita bbp’s van vijfmaal tot twintigmaal de bbp’s van de Afrikaanse landen van herkomst. De gedekoloniseerde Afrikaanse landen hebben tenminste de beschikking gekregen over de tijdens het kolonialisme aangelegde en opgebouwde materiële en immateriële infrastructuur: vervoersinfrastructuur, steden, ambtenarij, onderwijsinrichting, geneeskundige dienst, etc. etc., een zeer grote vooruitgang in vergelijking tot de preko loniale situatie. Dat alles wegende zijn de gedekoloniseerde landen misschien wel geld schuldig aan hun kolonisators.
En ja, als we dan toch met schuldkaarten gaan wapperen, dan ligt er natuurlijk ook nogal wat schuld bij de moslims, de ultieme slavenhandelaars, niet alleen van zwarten uit Afrika, maar ook van blanken; de roof naar de Noord-Afrikaanse kusten, maar ook het nooit echt vertelde verhaal van Turkije als ‘hub’ in de internationale handel in blanke slaven:
Verder was in de middeleeuwen ook het Byzantijnse Rijk, met het Turkse rijk als opvolger, een hub in de internationale slavenhandel. Hun handelswaar kwam echter niet zozeer uit Afrika maar uit de Balkan en Zuid-Rusland en was dan gewoon blank. De etnisch-linguïstische term Slavisch, als in Slavische talen, is, volgens zeggen, de reflectie van het historisch feit dat de sprekers ervan dat gewoon ook heel vaak werden: slaven.
Over zoveel vormen van historische slavernij wordt nooit geschreven, schrijft Maas in een nooit geplaatste brief voor Trouw:
Onze koloniale geschiedenis heeft meer curieuze details: Nederlands-Oost-Indië was vele malen groter en volkrijker dan de West, en moet navenant ook veel meer slaven hebben gehad. Het betrof bij de aanvang een ontwikkelde feodale samenleving waarin slavernij endemisch was en waarbij de
voc zich aansloot. Een belangrijk leverancier van slaven aan de voc was een boeddhistisch koninkrijk in wat nu Birma heet. Een deel van de voc-slaven is op de Kaapkolonie terechtgekomen. Hun nakomelingen leven daar nu nog. Het bestaan van deze Oost-Indische slavernij en de beëindiging ervan, heeft in ons historisch besef nooit de indringendheid gehad of gekregen die de negerslavernij uit de West wel heeft. We hebben er weleens over gehoord ja, of gelezen bij Multatuli of bij Couperus, maar hoeveel het er waren en tot wanneer precies het geduurd heeft? Onbekend. Waarom dat is? Misschien omdat de Maleiers de blanken niet konden verwijten wat zij zelf praktiseerden? Of waren en zijn Maleiers minder emotioneel en pragmatischer ingesteld dan negers?
Maas geeft aan hoe absurd de huidige selectieve verontwaardiging over de slavernij van zwarte Afrikanen door het Westen is. Want als we echt door zouden gaan op die moderne linksige vorm van erfzonde, dan zouden er nog wel wat financiële claims gemaakt kunnen worden. Neem nu die Mongoolse horden. Wat die allemaal niet hebben aangericht! En ja, nu we toch begonnen zijn, de zwarte Afrikanen hebben zelf ook nogal wat boter op het hoofd:
Om even bij sub-Sahara-Afrika te blijven: Algemeen wordt aangenomen dat de niet-negroïde autochtone bewoners van Zuidelijk Afrika, de Khoi en de San (Hottentotten en Bosjesmannen) oorspronkelijk het gehele areaal van zuidelijk Afrika bewoonden maar door opvolgende migratiegolven van Bantoestammen zijn teruggedrongen tot de restgebieden waar zij nu leven. Hebben de Khoi en de San recht op schadevergoeding voor deze prehistorische landroof?
En is de rekening al opgemaakt voor het verbranden van de bibliotheek van Alexandrië? Zo kunnen we dus nog wel even door gaan.
Overigens vindt Maas niet dat er alleen maar sprake zou moeten zijn van individuele verantwoordelijkheid. Er zijn weldegelijk voorbeelden aan te geven waarop een volk zichzelf verantwoordelijk kan stellen voor het aanrichten van ellende aan groepen mensen. In het geval van het na-oorloogse Duitsland bijvoorbeeld:
Maar, kan men vragen, bestaat er dan niet zoiets als een collectieve verantwoordelijkheid? De Duitsers namen na de Tweede Wereldoorlog een gedeeltelijke verantwoordelijkheid op zich voor de uitroeiingscampagne tegen de Joden en hebben daartoe op forse schaal financiële compensatie verstrekt (de zogenaamde Wiedergutmachung). Dat was echter een compensatie verstrekt door een Duitsland waarvan de meeste inwoners de Jodenvervolging bewust hadden meegemaakt (en in machteloos toezien hadden laten passeren), verstrekt aan Joodse instanties die grotendeels bestonden uit personen die zelf de Holocaust hadden overleefd. In bepaalde bijzondere gevallen kan er dus sprake zijn van een als zodanig erkende collectieve verantwoordelijkheid, maar die blijft in de onderhavige casus beperkt tot het collectief van betrokken actoren, toeschouwers en slachtoffers en gaat niet automatisch over op volgende generaties.
Kortom, het is dus volkomen onzinnig om te spreken over ‘onze’ Zwarte Piet schuld. Deze is er met de haren bijgesleept, en betreft totaal geen echte schuld. Het is ook duidelijk dat je helder moet gaan nadenken over het principiële verschil tussen het ene soort schuld, die echt is, en het andere soort schuld, die is aangepraat. Maas komt tot een aantal heldere spelregels:
Als we spelen met de gedachte om zo’n collectieve verantwoordelijkheid uit te breiden tot het verleden van vóór de geboorte, zijn er een paar zaken van belang:
Voor wetten geldt als fundamenteel beginsel dat ze pas van kracht zijn vanaf het moment van invoering: geen recht zonder wet. Wetten die in het verleden bestonden, hadden in het verleden rechtskracht en rechtsgevolg. Ze golden tot ze werden afgeschaft.
Wat in het verleden niet strafbaar was, kan daarom niet met terugwerkende kracht strafbaar worden gesteld. Ook niet op een aanzwellende golf van emotioneel ondergaan collectief schuldbesef.
Gaan we over de opnieuw door de linkse elites ingevoerde erfzonde niet helder nadenken, dan is de waanzin ook niet meer te overzien. Wie Zwarte Piet wil straffen, en daarmee de nu levende Nederlandse generaties wil straffen, die zal, zo voorziet Maas terecht, uitkomen op het opleggen van geldboetes aan de Nederlandse bevolking vanwege het vieren van het Sinterklaasfeest. Nu zegt je misschien; kan het nog gekker. Maar reken maar van yes:
In die zin kan ook een verband gelegd worden met het racisme dat te onzent Zwarte Piet wordt aangewreven. Het verwijt ‘Zwarte Piet is racisme’ zou met enige creatieve fantasie zelfs een opstap kunnen zijn voor een eis tot financiële compensatie voor de viering van het Sinterklaasfeest in zijn traditionele vorm, aan de zwarte ‘slachtoffers’ ervan.
De meeste boekhandels weigerden het boek ‘Zwarte Piet is geen racisme’ van Klaas Maas in de winkel te leggen. Het is wel te bestellen bij de uitgever, De Blauwe Tijger.
LAATSTE REACTIES