Schaf wet godsdienstvrijheid af

P1460222Door Don Doherty

Religie is een ouderwetse en ruimschoots achterhaalde poging het leven te verklaren aan de hand van een opperwezen. Anno 2014 mogen we het gerust een bespottelijk concept noemen, er is werkelijk niets dat ook maar het vermoeden van een god legitimeert. Desondanks geniet religie twee belangrijke grondwettelijke privileges; artikel 6 en 23 van de Grondwet. Denk hierbij aan het ‘recht op verminking’ van kinderen, door circumcisie zonder medische indicatie uit te voeren zonder toestemming van de patiënt. Of onverdoofd slachten, een procedure die zonder godsdienstige grondslag verboden zou zijn, maar bij de gratie van artikel 6 mag bestaan.

In dit artikel wil ik de relevantie van deze artikelen en hun functie in de moderne samenleving ter discussie stellen, toewerkende naar de conclusie dat de artikelen 6 en 23 Grondwet geschrapt en/of gewijzigd kunnen worden.

Artikel 6

Lid 1

Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Lid 2

De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

 

Artikel 6 (lid 1) is overbodig en in strijd met de heersende opvatting dat geloof een privézaak is. Overbodig omdat een ieder ook zonder artikel 6 recht heeft op gedachte, geweten en godsdienst, en hiervan krachtens de vrijheid van meningsuiting [*] kond mag doen. Er is geen zinnig argument denkbaar om dit grondrecht nogmaals, met een religieus sausje, in het wetboek op te nemen. Voorstanders van artikel 6 stellen dat het belijden van een godsdienst geen ‘species van de vrijheid van meningsuiting’ is, maar een volwaardige gedraging. Religie kan niet los gezien worden van het beleven van de identiteit, hetgeen grondwettelijke bescherming legitimeert.[*] Het bezwaar tegen dergelijke argumenten is dat ze stuk voor stuk geen argument of bewijs produceren dat de noodzaak van een constitutionele ‘apartheidsstatus’ aantoont. Argumenten voor het behoud van artikel 6 zijn doorgaans argumenten die alleen op gelovigen van toepassing zijn. Het spreekt voor zich dat een debat over een staatsrechtelijke kwestie nooit met subjectieve argumenten gewonnen kan worden.

Scheiding van kerk en staat 

Lid 2 van artikel 6 maakt het beperken van religie in de openbare ruimte slechts mogelijk wanneer het verkeer of de openbare orde in het geding is. Dat brengt ons bij de scheiding van kerk en staat. De scheiding van kerk en staat is, in tegenstelling tot wat velen denken, geen geschreven wet. Nergens in de (grond)wet lezen we dat de staat en religie gescheiden horen te zijn, wel bestaat er jurisprudentie waarin deze scheiding als breed gedragen uitgangspunt wordt genomen. De scheiding van kerk en staat is een politiek-filosofisch concept dat geen werkelijkheid maar een ideaal omschrijft – in werkelijkheid is er helemaal geen sprake van een absolute scheiding der instituties. De overheid werkt op diverse niveau’s samen met religieuze partijen (denk aan het Leger des Heils, CMO etc), dat is goed te verdedigen ondanks de ongeschreven scheiding van kerk en staat. In voorlaatst genoemde voorbeelden is immers sprake van een gezamenlijk maatschappelijk belang. In de dagelijkse praktijk doorkruist het domein van de overheid constant het domein van religie. Wie bijvoorbeeld een kerk wil bouwen kan dat niet doen zonder toestemming (bouwvergunning) van de overheid. En zo kunnen we meer voorbeelden bedenken van doorkruising van de domeinen die niet per se conflicteren met de scheiding van kerk en staat.

Artikel 23    

De complexiteit van het vraagstuk komt goed naar voren in het bijzonder onderwijs, artikel 23 Grondwet. Zouden we de scheiding van kerk en staat als richtsnoer nemen, behoort privaat georganiseerd religieus onderwijs tot het domein van religie en dient de overheid zich volledig afzijdig te houden. Deze bewering houdt geen stand in het licht van de dagelijkse praktijk, waarin de overheid ook als instituut optreedt binnen het religieus domein.  De overheid moet afwegingen maken tussen de belangen en rechten van kinderen, ouders en belangengroepen. De overheid wordt enerzijds geacht deugdelijk onderwijs te verzorgen, controleren en handhaven, anderzijds moet daarbij rekening gehouden worden met de rechten en wensen van (religieuze) ouders.

Artikel 23 dateert uit 1848, het jaar waarin het recht op vereniging, vergadering en onderwijs grondwettelijk werd vastgelegd. Later, in 1917, werd openbaar onderwijs bij wet gelijkgesteld aan privaat onderwijs. Sindsdien is er weinig aan het grondwetsartikel gewijzigd.

Het artikel lijkt te worden beschouwd als een vanzelfsprekendheid, hetgeen wordt bevestigd door de algemene (academische/politieke) attitude ten opzichte van partijen die een wijzigingsvoorstel doen. De houding laat zich omschrijven als conservatief en weigerachtig.

Voorstanders van artikel 23 baseren hun positie op een vermeend belang van de vrijheid van richting (Vrijheid invulling te geven aan geloofsopvatting in onderwijs) en stellen dat de kwaliteit van bijzonder onderwijs gegarandeerd is door, in lid 5 en 6 bepaalde deugdelijkheidseisen. Op grond van deze argumenten zien ze geen reden voor aanpassing van artikel 23.

In mijn optiek gaan voorstanders voorbij aan voortschrijdend wetenschappelijk inzicht met betrekking tot effecten die religie op kinderen sorteert. In 2013 publiceerde Cognitive Science ‘Judgments About Fact and Fiction by Children From Religious and Nonreligious Backgrounds’ [*], een onderzoek naar het vermogen van kinderen feiten van fictie te onderscheiden. Uit dit onderzoek blijkt dat gelovige kinderen in mindere mate in staat zijn het verschil tussen fictie en feiten te maken. Het behoeft geen betoog dat kinderen gebaat zijn bij een goed ontwikkeld vermogen om feiten van fictie te scheiden en dat het ontbreken hiervan een kind schaadt. Hoe verhoudt zich dit tot de deugdelijkheidseisen voor bijzonder onderwijs? Professor D. Menting schreef een essay [*] over de kwaliteitsnormerende functie van deugdelijkheidseisen. Over de eisen schrijft hij:

“Deugdelijkheidseisen geven uitdrukking aan de gedachte dat onderwijs een publiek belang is en dat de rijksoverheid ter realisering van goed onderwijs eisen aan de gang van zaken in zowel openbare als bijzondere scholen mag stellen.”

Teneinde goed onderwijs te realiseren mag de overheid eisen stellen aan bijzonder onderwijs. Laten we aannemen dat we onder ‘goed onderwijs’ mogen verstaan dat het een kind niet mag beperken in de ontwikkeling. Zoals eerder aangegeven heeft religie een negatieve invloed op de ontwikkeling van het vermogen fictie van realiteit te onderscheiden, hetgeen ruimte laat voor de stelling dat onderwijs met religie combineren slecht onderwijs oplevert.

Aangezien goed onderwijs een publiek belang is behoort dit vraagstuk tot het domein van de overheid en is bijzonder onderwijs uitsluiten van confessionele grondslagen geen schending van de scheiding van kerk en staat.

Religie, onderwijs en context

Een tweede argument om religieus onderwijs te betitelen als slecht onderwijs heeft van doen met de context waarin de lesstof wordt gepresenteerd. Om dit te begrijpen moeten we het confessioneel bijzonder onderwijs vergelijken met de scheiding van kerk en staat, beide omschrijven slechts een politieke, constitutionele werkelijkheid. In theorie zou er binnen het confessioneel onderwijs een scheiding moeten bestaan tussen vrijheid van richting enerzijds en deugdelijkheidseisen anderzijds. Scholen op godsdienstige grondslag mogen bijvoorbeeld wel religieuze gebruiken en voorschriften faciliteren, maar mogen niet met het gezag van een school beweren dat het bestaan van hun god een bewezen feit is. Alles tussen deze twee uitersten is een juridisch schemergebied, waarin ik gegronde argumenten voor het aanpassen van artikel 23 ontwaar.

Een kernwaarde die we de scheiding van kerk en staat toedichten is dat het zowel de overheid als kerk verhindert als instituut op te treden in elkaars domein. Ongeacht de haalbaarheid van dit voornemen leert ons dit dat we graag voorzichtigheid betrachten bij het toelaten van vreemde autoriteiten in de spreekwoordelijke achtertuin. Met betrekking tot religieus onderwijs hebben we van doen met drie autoriteiten; de overheid, de kerk en de leerkracht/het onderwijs. De overheid stelt regels op, aan het kerkelijk aspect wordt de grondslag en richting ontleent. Voorts is het aan onderwijsexperts om de lesstof samen te stellen, waarbij slechts rekening gehouden wordt met het belang van het kind en niet-academische opvattingen geen rol van betekenis spelen. Het is niet de bedoeling dat de kerkelijke autoriteit op de stoel van de leerkracht gaat zitten, net zoals de overheid gelovigen niet te vertellen heeft waarin ze moeten geloven. De grens tussen overheid en kerk is redelijk duidelijk, wat niet gezegd kan worden van de grens tussen richtingsvrijheid en het belang van waar(dig) onderwijs. Ofschoon de onderwijsinstellingen gehouden zijn aan deugdelijkheidseisen laat de richtingsvrijheid genoeg ruimte om de autoriteit van onderwijs te gebruiken voor het propageren van de grondslag. Ter illustratie de ‘Ibs El Wahda’ basisschool te Heerlen, die ‘kinderen opvoeden tot goede moslim, volgens de Koran en de Soenna’ tot haar doelstellingen rekent.[*] In dit voorbeeld botst de vrijheid van richting met wat zou moeten zijn een basale deugdelijkheidseis; confessioneel onderwijs mag slechts religieuze gebruiken faciliteren en niet-opiniërend informeren over religie. School mag onder geen beding een verlengstuk van een religieuze doctrine zijn.

 

Concluderend

Het belijden van een geloofsovertuiging dient een ieder bij wet vrij te staan, als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting behoudens zijn of haar verantwoordelijkheid t.a.v. de wet. Er is geen argument of bewijs geleverd om het belijden van godsdienst te beschouwen als een volwaardige gedraging, in die hoedanigheid dat het een constitutionele uitzonderingspositie legitimeert en verantwoordt. Derhalve is artikel 6 Grondwet overbodig en onwenselijk, te meer daar het in de praktijk van de samenleving een excuusbrief voor ongelijke behandeling vormt. Om ernstige problemen te voorkomen is het raadzaam artikel 6 zo snel mogelijk te schrappen.

Het Nederlands (basis)onderwijs is gericht op het overbrengen van kennis en vaardigheden, in een omgeving die voldoet aan wettelijk bepaalde deugdelijkheideisen. In de eisen moet zijn opgenomen dat onderwijs en religie elkaar slechts mogen treffen, waar het faciliteren van religieuze gebruiken en tradities betreft. Hierbij moet u denken aan het hebben van een wasruimte voor gebed en het kunnen voorzien in religieuze keukenvoorschriften. Het is niet de taak of opdracht van het onderwijs bij de te dragen aan de religieuze vorming van leerlingen, omdat hiermee een ongeoorloofd doorkruisen van het educatief domein door religie ontstaat. De kerntaak van het onderwijs moet zijn het overdragen van essentiële, falsifieerbare kennis, bij voorkeur in een omgeving waar het kind zich in vrijheid kan ontwikkelen. Aantoonbaar schadelijke invloeden als religie dienen daarbij geweerd te worden.

Het recht op bijzonder onderwijs moet blijven bestaan, verschillen in pedagogisch inzicht moeten zich kunnen manifesteren in deugdelijke alternatieven voor het openbaar onderwijs. Godsdienst vormt in mijn optiek geen grondslag voor een school in die zin dat religie geen pedagogisch concept is maar een levensbeschouwelijke doctrine. Ook daarvoor moet ruimte bestaan in ons onderwijsstelsel, maar niet dermate constitutioneel geprivilegieerd zoals daarvan sprake is in artikel 23 lid 3.  Indien we artikel 6 schrappen volstaat het aanpassen van artikel 23 lid 3, het woord ‘godsdienst’ moet er uit. Op die manier houden we de diverse instituties zo evenwichtig mogelijk op de grens van hun domeinen, met inachtneming van het algemeen en persoonlijk belang als hoogste uitgangspunt.

 

Print Friendly
facebooktwittergoogle_pluslinkedin

29 reacties op “Schaf wet godsdienstvrijheid af”

  1. De begrippen religie en godsdienst door elkaar heen gebruiken alsof ze uitwisselbaar zijn, is een beetje jammer.
    Ik weet, vrijwel iedereen doet het. Maar voor de zuiverheid, het gaat hier verdorie over de grondwet, graag die begrippen verklaren.
    Religie gaat niet per se over een god of goden. Het is een ruimer begrip.
    Aan godsdienst is kenmerkend dat het over ‘dienstig zijn’ gaat.

  2. Uitwisselbaar moest inwisselbaar zijn, natuurlijk.

    Tot mijn schrik zie ik dat het begrip geloof ook in de grote trommel meegewassen wordt. Zo’n lastig begrip zou beter vermeden worden.

  3. Dit artikel is goed gedocumenteerd. Daarnaast valt vooral op dat aangevoerde redenen om artikel 6 van de Grondwet te schrappen net zoveel anti argumenten zou kunnen bevatten. Religie is gemiddeld 2000 jaar oud en heeft weinig toepassingen ondergaan, daarom is het ouderwets. Dat hier in een adem wordt overgegaan tot ontkenning van het bestaan van God is een zwaktebod. Want ook dat kan de schrijver niet bewijzen. hetzelfde geldt voor religieus onderwijs dat per definitie als ‘ slecht’ wordt betiteld omdat het kinderen negatief belast. Slaan we de geschiedenisboekjes van scholen open, dan zien we dezelfde vorm van ‘ bedrog’ . Kijken we naar scholen met ‘ pestgedrag’ komen religieuze scholen er beter van af. Religieuze gezinnen functioneren gemiddeld beter als die waar geloof geen enkele rol speelt. De score bij mishandeling en misbruik is daarin gelijk. Nee religie is geen pre ! De macht van kerkelijk leiders is gelukkig tanende maar nog altijd te groot. Zij die ten strijde trekken om andere religies te smoren, hebben geen geloof in een schepper al beweren zij het tegendeel. Kinderen worden per definitie onderdrukt onder het mom dat het voor hun bestwil is. Media geven een vals beeld van de werkelijkheid en van hun toekomst kansen. We kunnen schrappen wat we willen maar niet de willekeur van opvoeders en de gewetenloze maatschappij.Daarnaast is er nog afkomst ,kleur, ras en sexe die de mogelijkheid tot ontplooiing in de weg kunnen staan. Religie zakt dan sneller naar een lagere plek als in dit artikel wordt hooggehouden.

    1. Dat naar uw mening de schrijver niet bewijst dat God niet bestaat, betekent nog niet dat dit niet bewijsbaar is. Heeft u van Herman Philipse het Atheïstisch Manifest gelezen?

      1. Voor het antwoord op de vraag of godsdienstvrijheid gehandhaafd dient te worden (al dan niet in de vorm van vrijheid van meningsuiting/vereniging-vergadering-onderwijs) doet het helemaal niet ter zake of god nu al dan niet bestaat.

  4. Bij lid 1 meen ik, dat godsdienst of levensovertuiging niet gedekt wordt door gedachten of gevoelens waar artikel 7 het over heeft.

  5. Heel goed stuk.
    .
    [Religie is een ouderwetse en ruimschoots achterhaalde poging het leven te verklaren aan de hand van een opperwezen. Anno 2014 mogen we het gerust een bespottelijk concept noemen, er is werkelijk niets dat ook maar het vermoeden van een god legitimeert.]
    .
    Mogelijk hebt u zelf een verkeerd concept van religie. Religie zou zo maar een fysiologisch substraat uit de dierenwereld kunnen zijn, een archetype dat de mens instinctief dwingt zich hierover een mening te vormen, die dan ook best bij atheïsme uit kan komen. Dan zal religie dus ook nooit verdwijnen.
    Wat u niet kunt zeggen is dat het een bespottelijk concept is waar 80% van de mensheid hier hartstochtelijk aan deelneemt.
    .
    [Religie kan niet los gezien worden van het beleven van de identiteit, hetgeen grondwettelijke bescherming legitimeert.[*] Het bezwaar tegen dergelijke argumenten is dat ze stuk voor stuk geen argument of bewijs produceren dat de noodzaak van een constitutionele ‘apartheidsstatus’ aantoont.]
    .
    Het recht is geen wiskunde, er hoeft niets bewezen te worden. Het recht volgde slechts de christelijke basale moraliteit van het volk.
    .
    [Uit dit onderzoek blijkt dat gelovige kinderen in mindere mate in staat zijn het verschil tussen fictie en feiten te maken. Het behoeft geen betoog dat kinderen gebaat zijn bij een goed ontwikkeld vermogen om feiten van fictie te scheiden en dat het ontbreken hiervan een kind schaadt.]
    .
    Wel, dat vindt u maar dat vinden religieuzen niet. Misschien is het wel heel aardig om in een fictieve wereld te verkeren. Kortom het is arbitrair.
    .
    [Zoals eerder aangegeven heeft religie een negatieve invloed op de ontwikkeling van het vermogen fictie van realiteit te onderscheiden, hetgeen ruimte laat voor de stelling dat onderwijs met religie combineren slecht onderwijs oplevert.]
    .
    Juist gelovige Joden en Christenen hebben de rationele wetenschap de grootste impetus gegeven. Kijk, bij islam loopt de ontwikkeling van het logisch denken inderdaad fout omdat daar de periode van magisch denken te lang wordt doorgevoerd, terwijl het concreet operationele stadium juist had moeten dienen ter voorbereiding op het abstracte denken:
    .
    Piaget:
    .
    – Preoperationele fase, 2-7 jaar:
    .
    Ontwikkeling van het taalgebruik
    Ontwikkeling van de motoriek, vooral de fijne motoriek wordt steeds verder ontwikkeld.
    Ontwikkeling van het ik, egocentrisme. Het kind leert dat het een eigen persoon is, een eigen ik heeft.
    >>> Animisme. Levenloze dingen worden als kind als levend gezien. <<<
    Het denken is in het begin van deze periode nog gekenmerkt door egocentrisme en centratie, het zich slechts op een ding tegelijk kunnen richten.
    .
    – Concreet operationele stadium (7 tot 12 jaar)
    .
    Begin logisch redeneren
    .
    – Formeel operationele stadium (12+ jaar)
    .
    Mogelijkheid abstract denken
    .
    [Scholen op godsdienstige grondslag mogen bijvoorbeeld wel religieuze gebruiken en voorschriften faciliteren, maar mogen niet met het gezag van een school beweren dat het bestaan van hun god een bewezen feit is.]
    .
    Dat bepaalt het recht uit de basale moraliteit van een volk.
    .
    [Het is niet de taak of opdracht van het onderwijs bij de te dragen aan de religieuze vorming van leerlingen, omdat hiermee een ongeoorloofd doorkruisen van het educatief domein door religie ontstaat. De kerntaak van het onderwijs moet zijn het overdragen van essentiële, falsifieerbare kennis, bij voorkeur in een omgeving waar het kind zich in vrijheid kan ontwikkelen. Aantoonbaar schadelijke invloeden als religie dienen daarbij geweerd te worden.]
    .
    Neen, wij gaan niet over op een intellectuele Popperiaanse dictatuur. Dan maakten wij dezelfde fout als islam. Overigens sluit ik aan bij al uw denkbeelden om genoemde wetten in door u gestelde zin aan te passen, voor zover u ruimte laat voor anders denkenden.

  6. Al weer zo’n zinloze discussie. Of een God bestaat of niet, u kunt het niet aantonen, evenzo kan ik het niet aantonen, maar ook niet het omgekeerde.

    Wat mij gewoon altijd bezighoudt is de vraag hoe een heelal is kunnen ontstaan, waaruit de materie afkomstig is, hoe het leven in elkaar zit, wat een geest is in een levend wezen, al dit soort vragen. Of er een God aan te pas is gekomen, vast wel, maar niet in de perceptie zoals wij dit steeds voorstellen: gelijk een mens. Zo worden we nog altijd verrast door onbekendheden. Een meteoriet die toch ander materiaal bevat dan we ooit voor mogelijk hielden etc. Er is echt wel veel en veel meer dan ons aardse leven. We hebben dan wel laptops, auto’s en god weet wat, maar dat betekent nog steeds niet dat we de wijsheid in pacht hebben. We weten werkelijk helemaal niks en met niks bedoel ik ook ECHT HELEMAAL NIKS ! We weten van het bestaan van een heelal, ontstaan uit een oerknal bijvoorbeeld. Maar wie zegt mij dat dit heelal het begrensde van alles is? Dat er niet miljarden heelal’s zullen zijn, dat de ruimte een werkelijke oneindigheid is, gewoon niet voor te stellen. Maar schrijver gaat er meteen vanuit dat er geen God bestaat, dat blijkbaar alles uit het niets is ontstaan, dat alles maar fictie zal zijn. Een beetje dom, zou ik zeggen.

    1. Valt het u kwalijk te nemen dat u in dezen onjuist poneert? Nee. Heeft u van Herman Philipse het Atheïstisch Manifest gelezen?
      Valt het u kwalijk te nemen dat u de generator van het heelal, of universum, verwart met God? nee.

  7. “Het is niet de taak of opdracht van het onderwijs bij de te dragen aan de religieuze vorming van leerlingen, omdat hiermee een ongeoorloofd doorkruisen van het educatief domein door religie ontstaat. De kerntaak van het onderwijs moet zijn het overdragen van essentiële, falsifieerbare kennis, bij voorkeur in een omgeving waar het kind zich in vrijheid kan ontwikkelen.”

    Dat vindt u. Ik ook trouwens. Maar dat is niet wat de wet zegt. die laat dat nu juist vrij aan de bijzondere scholen.

    Ik zou er voor zijn om bijzondere scholen, dus de scholen op godsdienstige basis niet meer te bekostigen uit belastinggeld.

    Scholen op godsdienstige basis moeten zelf voor hun geld zorgen. maar wel onderhevig blijven aan de basale deugdelijkheidseisen en voldoen verder voldoen aan de grondwet.

  8. De vrijheid van godsdienst is een groot goed en een van onze belangrijkste verworvenheden.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die dat recht zelf niet erkent.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die het gerechtvaardigd acht haar doeleinden met geweld te verwezenlijken.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die om godsdienstige redenen schendingen van mensenrechten toestaat.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die kritiek op en discussie over haar bronnen niet toestaat.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die andere godsdiensten vervalsingen of afgoderij noemt.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die de Universele Rechten van de Mens niet erkent.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die politieke macht nastreeft.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die zichzelf als enige universele en ware godsdienst ziet.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die vrouwen niet dezelfde rechten geeft als een man.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die homoseksualiteit niet erkent.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die het doden van geloofsgenoten niet toestaat en het doden van andersgelovigen wel.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die haar gelovigen indoctrineert.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die overal waar ze in aanraking komt met andere overtuigingen ernstige problemen veroorzaakt.

    Te belangrijk om en godsdienst daarvan te laten profiteren die op geloofsafval de doodstraf stelt.

    Te belangrijk om daar een godsdienst van te laten profiteren die zegt vrede na te streven, maar na laat daarbij te vermelden dat die vrede pas bereikt kan worden als de wereld van de islam is.

    Dit rijtje is naar believen uit te breiden. Onze onmacht ten opzichte van de islam komt voort uit de vrijheid van godsdienst die we haar toestaan. Ze misbruikt die vrijheid en gastvrijheid omdat ze de grondslagen daarvan niet erkent.
    Ze doet dat ook met ons rechtsstelsel. Ze profiteert van de bescherming die deze geeft tegen discriminatie, intolerantie en racisme. Haar eigen daden van discriminatie, intolerantie en racisme worden haar echter onder het mom van godsdienstvrijheid toegestaan.

    De in Nederland zwaar bevochten vrijheid van godsdienst was bestemd om de vrijheid van het individu te vergroten en te waarborgen. De islam heeft er op geen enkele manier blijk van gegeven het recht op godsdienstvrijheid in deze betekenis te willen of kunnen erkennen. In die zin kan haar dan ook niet het recht worden verleend te worden beschermd uit het oogpunt van godsdienstvrijheid.

    Aan onvrijheid kan geen vrijheid worden verleend.

  9. Wat betreft de reactie van CeesvE
    “Maar schrijver gaat er meteen vanuit dat er geen God bestaat, dat blijkbaar alles uit het niets is ontstaan, dat alles maar fictie zal zijn. Een beetje dom, zou ik zeggen”
    De enige die hier dom reageert ben jij.
    Ik ga ook maar niet uitleggen waarom in de hoop dat je gaat denken.
    Scheiding tussen staat en religie moet er zijn.Geloof is iets voor thuis en niet iets voor de openbare ruimte c.q. instellingen en scholen

    1. Waarom zou ik dom reageren, volgens jou? Je komt met geen enkel argument behalve zo’n nietszeggende domme opmerking. In jouw perceptie zal je eten ook wel of uit een fabriek of uit de lucht komen vallen.

      Fijne Kerst nog toegewenst

  10. Leuke discussie voor als je tijd hebt die je wilt verdrijven.
    Politiek volkomen oninteressant.
    Het enig denkbare politieke effect ervan is negatief: dat het christenen nog meer in het kamp van de mohammedanen jaagt.
    Zie bijvoorbeeld ook: http://www.islamofobie.nl/index.php/blog/meer/christenen_als_bondgenoten_van_mohammed/

  11. Andersom: de financiering van het bijzonder onderwijs wordt in 1917 geregeld ‘op gelijke voet’ als het openbaar. Met vrijheid van onderwijs heeft het niets te maken, wel met wie uit welke gemeenschappelijke zak eigen hobby’s mag najagen.

    Dit was geen principiële zaak, maar een uitruil met het instemmen met het algemeen kiesrecht. The best politicians money can buy, ook toen al.

    Echte vrijheid van onderwijs is natuurlijk dat je als ouders zelf bepaalt of, en zo ja welk, onderwijs je kinderen volgen. Van die ‘vrijheid’ is in de grondwet geen sprake, en zo kan je dan 12 jaar op school zitten, en niets geleerd hebben. Nou ja, niet helemaal niets, want dat de staat het hoogste go(e)d is, dan dat weer wel.

  12. Het enig denkbare politieke effect ervan is negatief: dat het christenen nog meer in het kamp van de mohammedanen jaagt.
    .
    alleen al daarom alle religie/godsdienst e.d. uit het openbare leven.
    .
    doe maar lekker achter de voordeur in het heilige spaghetti monster geloven.
    .
    en vooral geen stuiver belastinggeld naar dergelijke sektes.

    1. Ik ben het eens met Frans: op dit moment heeft het geen enkele zin die discussie te starten, en als je hem start: haal alle onderwijs uit de grondwet en hef het ministerie van onderwijs en cultuur op. Geld daarvoor dan wel terug naar ‘ons’ uiteraard.

  13. haal alle onderwijs uit de grondwet en hef het ministerie van onderwijs en cultuur op
    .
    bestaat scholing dan alleen uit religie ?
    ik vat um ff niet hoor.

    1. Nee, maar waarom zou onderwijs een staatstaak zijn?

      Op dit moment kan ik het op internet niet vinden, maar de oplages van de (populaire) werken van Vadertje Cats waren in de 16e/17e eeuw al zo hoog dat er in ongeveer 2/3 van de Nederlandse huishoudens wel een boek van hem te vinden was. Dat zegt dus iets over de alfabetiseringsgraad van een volk zonder staatsonderwijs en leerplicht.

  14. Inderdaad kan religie naar mijn mening vreemde ficties oproepen:
    http://www.meforum.org/519/islamism-moroccan-style-the-ideas-of-sheikh
    De sjeik is een Sufi, normaal een religieuze groep die zich buiten het seculiere leven houdt. Zeg maar puur geschieden van de staat. Daarom worden Sufi ook wel als erg gematigd beschouwd begrijp ik.
    De sjeik is zich politiek gaan engageren. Zijn thema is de islamitische suprematie. Maar onder de alinea “Against the Jews” lees je ook over de “enemy incarnate”, de Joden. Het kwaad, de Joden, is bijvoorbeeld ook te vinden in http://www.quran.com, Mushin Khan, Engelse taal, vers 1 regel 7.

    Stel dat de Joden de incarnatie van het kwaad zijn, en dat die religieuze waarheid onderdeel is van de moraliteit van een volk, dat leeft in een land zoals Saudi Arabië bijvoorbeeld, dan doe je er weinig aan denk ik. Neemt niet weg, dat ik voorzichtig zou zijn met hier in Nederland ruimte geven aan dergelijke gedachten; zeker binnen het onderwijs aan kinderen. Voorkomen is beter dan genezen, lijkt mij.

  15. Als afschaffing van de godsdienstvrijheid de immigratie kan afremmen, en de emigratie van moslims kan stimuleren, dan moeten we dat zeker doen.

    Het recht om tegen criminelen beschermd te worden is belangrijker dan het recht op godsdienst.

    1. de tijd van afremmen en stimuleren is voorbij, we zullen met hardere maatregelen moeten komen.
      .
      islam hoort/past/werkt niet in nl/europa.
      .
      ik ben voorstander van een totaal islamvrije nl/europa, zonder enkele uitzondering.
      .
      “laat de treinen maar naar het zuiden rijden”

      1. “laat de treinen maar naar het zuiden rijden”
        Maar dan wel met aansluiting op de pont naar Afrika.
        Moet kunnen!

  16. Dag Don,

    Het bestaan van een Opperwezen valt niet te bewijzen.
    Ook valt niet te bewijzen, dat Hij niet bestaat.

    Als te bewijzen zou zijn, dat Hij bestaat,
    zijn wij onze Vrijheid kwijt.
    We zijn nu juist vrij in het zoeken en tasten naar Hem.

    Juist in die aanwezigheid van Vrijheid in ons bestaan,
    ligt een aanwijzing voor het bestaan van een Opperwezen.

    M.vr.gr.

    Shalom,

    Hans Holtrop MSc, publicist
    Geb. te Den Haag, 28 nov.´41
    holtrophans@gmail.com

    1. We zijn nu juist vrij in het zoeken en tasten naar Hem
      .
      niemand houdt u tegen “in het zoeken en tasten naar Hem”, maar val daar dan ook het openbare leven/scholen e.d. niet lastig mee.
      en laat het mij zeker geen belastingcentjes moeten kosten dat “in het zoeken en tasten naar Hem”.
      .
      gewoon lekker achter uw voordeur met een aantal gelijkgestemden “in het zoeken en tasten naar Hem” heb ik, en m.i. niemand last van en zal u, en gelijkgestemden dan ook geen strobreed in de weg gelegd zullen worden.

  17. Godsdienstvrijheid kun je het beste afschaffen door de scheiding van kerk en staat op te heffen. Als het doel bereikt is (geen enkele mohammedaan meer in Europa), dan kan de scheiding van kerk en staat EVENTUEEL weer worden hersteld.

  18. Er is maar één manier om religie te verbieden: aantonen dat zij onwaar is. Kan dat? Ja, dat kan.
    Wat niet te verbieden valt is denken, maar dat is afhankelijk van een aantal factoren waarop wij geen invloed hebben. Sterker nog, er is niets waarop wij invloed hebben. :)

    1. Er is maar één manier om religie te verbieden: aantonen dat zij onwaar is. Kan dat? Ja, dat kan.
      .
      waarom zou iemand moeten bewijzen dat een sprookjesboek geschreven ongeveer 2000 jaar terug door een stel gasten uit het huidige midden-oosten ?
      .
      het is nu toch wel inmiddels bewezen dat er makkelijk manipuleerbaar en weinig intelligent volk komt uit het m-o ?
      .
      dus we nu hebben 3 feiten; 1, het vermeende verhaaltje is ongeveer 2000 jaar oud en 2, het is door simpel volk op papier gezet, en 3, dat m-o volk was en is zo barbaars als de neten.
      .
      nee, dat zijn mooie feiten om dat sprookjesboek te geloven :-(

Reacties zijn gesloten.